Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Statuut

betekenis & definitie

A) Corporatief recht.

a) Algemeen. S. noemt men de uitdrukkelijk vastgestelde regels, die het inwendig leven van een corporatie beheerschen. Zoo heeten bijv. s. de verordeningen, in de M. E. gemaakt door de Ital. steden. Verder gebruikt men dit woord bij naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, gewone vereenigingen, enz.
b) Ned. recht. De Ned. wet regelt de s. voor de verschillende corporaties afzonderlijk. Zij gebruikt echter niet steeds het woord s., doch spreekt bijv. bij naamlooze vennootschappen van „akte van oprichting” en bij vereenigingen ook van „instellingen, overeenkomsten en reglementen”. v. d. Kamp.
c) Belg. recht. In België noemt men s. de reglementen van vereenigingen met of zonder rechtspersoonlijkheid. De s. van handelsvennootschappen, vereenigingen zonder winstgevend doel, wettelijk erkende beroepsvereenigingen en mutualiteiten moeten zekere bepalingen bevatten, die door de wet zijn opgelegd. Rondou.
B) Internat. privaatrecht.
a) Begrip. Een s. is een verzameling van rechtsregelen, welke betrekking hebben op een bepaald onderdeel van het recht. Men onderscheidt het personeel (persoonlijk), het reëel (zakelijk) en het gemengd s. De onderscheiding is vooral van belang voor het internat, privaatrecht.
b) Ned. recht. In het Ned. internat, privaatrecht komen vsch. bepalingen voor, welke met de voormelde onderscheiding verband houden. Zij zijn opgenomen in de wet, houdende alg. bepalingen der wetgeving van het Koninkrijk. Art. 6 dier wet, welke bepaling behoort tot het personeel s., bepaalt, dat de wetten betreffende de rechten, den staat en de bevoegdheden der personen de Nederlanders verbinden, ook wanneer zij zich buitenslands bevinden. Tot het reëel s. behoort art. 7 der genoemde wet: „Ten opzigte van onroerende goederen geldt de wet van het land of der plaats, alwaar die goederen gelegen zijn”.

Volgens art. 10, tot het gemengd s. behoorende, wordt de vorm van alle handelingen beoordeeld naar de wetten van het land of de plaats, alwaar die handelingen zijn verricht. Haan.

c) Het Belg. recht is minder formeel: art. 3 van Napoleon’s wetboek is nog steeds van kracht en bepaalt: de politie- en veiligheidswetten verbinden al wie het grondgebied bewoont; onroerende goederen, ook wanneer die in het bezit zijn van vreemdelingen, zijn aan het Belg. recht onderworpen; de wetten betreffende den staat en de bekwaamheid van personen gelden voor de Belgen, ook dan wanneer zij in het buitenland verblijven. De regel: locus regit actum, wordt niet uitgedrukt, maar hij wordt algemeen aanvaard en in een aantal bijzondere gevallen toegepast: vorm van het huwelijk, van het testament, van de acte van hypotheek, e.a. V. Dievoet.
d) Geschiedenis. De geschiedenis van de leer der s. (statutentheorie) dateert van het einde der M.E. Zij heeft in het internat, privaatrecht een groote rol gespeeld. In dien tijd golden in Italië naast het Romeinsch en het Canoniek recht de statuta der vsch. Ital. steden. Veelal werd aangenomen, dat regelen betreffende rechts- en handelingsbevoegdheid (de zgn. personeele statuten) ook bleven gelden voor de burgers van een stad, wanneer deze zich elders bevonden. Voor de vraag, welke statuten toepasselijk waren t.a.v. onroerende goederen of t.a.v. den vorm der rechtshandelingen, besliste de plaats, waar de goederen zich bevonden, resp. de handeling was verricht. De grootste moeilijkheid bij de toepassing dezer theorie was gelegen in de juiste onderbrenging der statuten in een der drie groepen. Aan de totstandkoming van deze theorie heeft Bartolus de Saxoferrato een groot aandeel gehad. Genoemde indeeling der rechtsregelen is ook thans nog van belang, zooals uit bovenstaande wetsbepalingen blijkt. Denkt men zich het geheel der rechtsregelen ingedeeld in deze drie groepen, dan spreekt men van het personeel, reëel en gemengd statuut.

Lit.: zie ➝ Internationaal privaatrecht. Verder : J. L. J. van de Kamp, Bartolus de Saxoferrato (diss. Amsterdam 1936). Haan.