Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Sport

betekenis & definitie

Voortgekomen uit Engelschen spel-stijl, geheel eigen aan den Engelschen volksaard, was s. oorspronkelijk de ontspanningsvorm, waarbij de prestatie-streving geleid werd door sportief gedrag. Overgebracht naar het vasteland, is het materieele prestatieelement als het voornaamste beschouwd en hierop heeft zich de s. gebaseerd en ontwikkeld. Het is verklaarbaar, hoe de economisch ingestelde mensch vnl. getrokken werd door het resultaat van de beweging, in getallen uitdrukbaar. Hier is ook het wezenlijk onderscheid te vinden met het spel; wie speelt, vindt bevrediging in en door de beweging zelf.

Materialistische opvattingen hebben eerst den nadruk doen leggen op het lichamelijke, terwijl liberalistische ideeën de eenzijdige topprestaties, de records-van-den-enkeling deden nastreven. Organisaties werden in het leven geroepen, aan welke instanties werd opgedragen de verzorging en leiding van een op de prestatie gebaseerd sport-systeem. Dit systeem, geholpen door commercieele overwegingen (wat de aanleiding is geworden tot de beroepssport) heeft de s. doen verworden tot kijk- en sensatiespel, waaraan de massa passief deelneemt.Wordt de s. in dienst gesteld van den mensch en van de gemeenschap, zoodat haar eerste taak is de geestelijke en lichamelijke gezondheid te bevorderen, wordt de sportprestatie gezien en behandeld als middel om een hiërarchische rangorde van waarden te bereiken, wordt het sportsysteem zoo opgevat en toegepast, dat sportiviteit boven prestatie gewaardeerd wordt, dan zullen de voordeelen, die ongetwijfeld aan sportbeoefening verbonden zijn, in meerdere en ruimere mate bereikt worden. In dit opzicht ligt voor de Kath. sportbeoefenaars en hun organisaties een taak, omdat zij in hun wereld- en levensbeschouwing de beginselen, waarop sportbeoefening moet steunen, gegeven vinden. Zie ook ➝ Sportvergoding.

Sportorganisatie Toen de prestatie eenmaal als het hoofdelement in de s. was geaccepteerd, moest de s. georganiseerd worden om algemeen geldende normen er voor vast te stellen, om de gelegenheden tot het behalen ervan te regelen en haar te erkennen. De topprestatie, in een enkelen tak van s. of in een bepaald onderdeel hoofddoel geworden, was de aanleiding tot de gespecialiseerde organisatie van elke s. afzonderlijk. Deze, plaatselijk begonnen, is uitgegroeid tot wereldomvattende organisaties, zooals de Fédération Intern. Football Assoc. (F.I.F.A.); Union Intern. Cyclistes (U.I.C.);Fédér. Intern.

Naut. Assoc.(F.I.N.A.).Hoofdzakelijk is deze intern. organisatie voor deelname aan de ➝ Olympische spelen, terwijl de Olymp. spelen een nieuw organisatorisch verband deden ontstaan, nl. de Nationale Olympische Comité’s met als topinstantie het Internat. Olymp. Comité.

Ongeveer denzelfden organisatorischen bouw vinden we bij Katholieken, Protestanten en sociaal-democraten, die om principieele redenen in „eigen” vereenigingen de s. willen beoefenen. In sommige landen bestaat er onder leiding van een staatsinstantie contact met de neutrale s. (Frankrijk: Conseil général de l’Education physique). Opmerking verdient het feit, dat in de Kath. sportbeweging het beginsel van meerzijdige sportbeoefening ook in den organisatie-bouw begint door te dringen.

De soc.-democr. arbeidersbeweging heeft de sociale waarde van de s. op den voorgrond geplaatst (verhooging van de volkskracht in physieken zin) en getracht in eigen organisaties dit ideaal na te streven. De plaatselijke vereenigingen zijn in den landelijken Ned. Arbeiders Sport Bond (N.A.S.B.) vereenigd, die met gelijkgezinde organisaties van andere landen een intern. Arbeiderssportbond vormt, door welke instantie „arbeiders-Olympiaden” worden georganiseerd.

Als Kath. sportorganisaties kennen wij de diocesane bonden voor athletiek, gymnastiek en voetbal, die interdiocesaan een federatief verband vormen: de R.K. Federatie van Diocesane Athletiek-org. (F.D.A.); de R.K. Nationale Gymnastiek Federatie (N.G.F.); de R.K. Federatie van Voetbalbonden (R.K.F.). Ook in België bestaan s. op verschillenden grondslag. Algemeen zijn bijv. de Kon. Belg.

Voetbalbond, de Kon. Belg. Zwem- en Reddingsbond en de Kon. Belg. Bond v. Athletisme.

Speciaal voor Vlaanderen zijn: de Vlaamsche Voetbalbond, de Vlaamsche Automobielbond en de Vlaamsche Zwemvereeniging. Internationaal kent de Kath. sportbeweging de Union Intern, des Oeuvres Catholiques d’Education Physique (U.I.O.C.E.P.). Goris.