(Georgius), bijgenaamd met den Draak (zie afb.). Over dezen populairen heilige is zeer weinig met historische zekerheid bekend.
Het Romeinsch brevier viert zijn feest op 23 April, zonder eenige bijzonderheid omtrent hem mede te deelen. Zeker is hij een historisch persoon, waarschijnlijk behoorend tot het Romeinsche leger, afkomstig uit Cappadocië en ca. 303 onder Diocletianus gemarteld.
Kerken te zijner eer in Duitschland dateeren reeds uit den Romeinschen tijd.De legende verhaalt, dat hij een vreeselijken draak, die de omstreken van Lasia in Cappadocië onveilig maakte en waaraan dagelijks een kind werd geofferd, zou gedood hebben; hierdoor werden land en koning tot het Christendom bekeerd.
Hij is patroon der ridders; vandaar bestonden er vele ridderorden (later ook andere congregaties) van St. George. Ook de Eng. Orde van den Kousenband heeft J. tot patroon. Vgl. ook → Georglied; Jooris. Lit.: Acta Sanet. Apr.; Dict. d’Archéol. etc.; Analecta Bollandiana (dl. 27 en 28, jaargang 1908-’09). Gorris. Voorstelling in de kunst. J., gekleed in Byzantijnsche hofdracht, heeft op oudere voorstellingen in het Oosten een klein kruis op de borst omvat. Later verschijnt hij als gepantserd ridder met kruis en schild. Eerst in de 12e eeuw wordt hij in het Oosten afgebeeld te paard en strijdend tegen den draak. Men heeft ten onrechte in J. een verchristelijking van den Thracischen heros willen zien. Als strijdend ridder wordt J. in de 13e eeuw door het Westen overgenomen, hoewel hij hier ook een enkele maal afgebeeld wordt met een boek en (of) een palm. Hij is een der Noodhelpers. Voor de Nederlanden kan men wijzen op voorstellingen van Memlinc, Hugo van der Goes, en een gesneden altaarstuk van J. Borremans.
Lit.: K. Krumbacher, Der hl. Georg in der gr. Überl. (München); C. S. Hulst, Saint Georg of Cappadocia in legend and history (Londen 1909); K. Smits, Iconografie van de Nederl. Primitieven (1933). Heijer.