Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Schimmel

betekenis & definitie

Paard met lichte haarkleur. De zgn. albino’s,d.w.z. geheel witgeboren dieren (met lichte huid en zgn. glasoogen), komen zelden voor.

Bij de eigenl. s. onderscheidt men: 1° Die met onveranderlijk schimmelhaar, waarbij de witte haren de overhand hebben, terwijl de manen en de staart gewoonlijk donker zijn en de punt van den staart altijd donker is. Ze zijn nooit „geappeld”. Men kent hierbij: geelschimmels, bruinschimmels, roodschimmels en moorkoppen.
2° De paarden met veranderlijk schimmelhaar worden donker geboren en worden op den duur wit. Op ouderen leeftijd worden ze geappeld (appelschimmel). Hun huid is donker, evenals de hoeven. Men spreekt hier van grauw- of blauwschimmels, zwart- en ijzerschimmels, waarbij de zwarte dekharen min of meer gemengd zijn met grauwe of witte; de muskaatschimmels, waarbij bruin, rood of geel haar met grauw en wit is vermengd. De schimmelfactor is dominant.