Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Rijp

betekenis & definitie

of rijm (meteorol.) is de witte, kristalvormige (meestal vederachtige) ijsaanslag aan vaste voorwerpen als gras en boomtakken, welke door (nachtelijke) warmteuitstraling beneden het vriespunt worden afgekoeld. Wordt vnl. gevormd door rechtstreeksche condensatie van waterdamp uit de aangrenzende luchtlaag, waarvan de temp. bij aanraking met de afgekoelde voorwerpen beneden het ➝ dauwpunt daalt.

Bij de vorming van r. is het dauwpunt beneden 0°, bij die van ➝ dauw is het boven 0°. Door bevriezing van dauw wordt soms glazige rijp gevormd.

Vgl. ➝ Ruige vorst. Rijpvorming kan in onze streken in alle maanden voorkomen, vooral op het einde van heldere, windstille nachten.

De r. kan veel schade, vooral in de lente, aan jonge planten (men zegt, dat ze „afrijmen”), aan de bloesems der fruitboomen, enz., toebrengen. Als verweermiddel tegen de rijpvorming gebruikt men glasplaten, stroo, kunstmatigen rook, enzoovoorts, om de nachtelijke warmteuitstraling van den grond gedeeltelijk te verhinderen.

A. v. d. Broeck.