Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Religieuzen

betekenis & definitie

Er bestaan vsch. zustercongregaties, die den officieelen naam voeren van Religieuzen, met toevoeging van een bijz. titel. Zoo in België o.a.

R. der Afzondering van het H. Hart (van Angers, Frankrijk), ook genaamd Sociëteit van Maria; doel: onderwijs; huizen te Brussel en elders.
R. van de Goddelijke Voorzienigheid; doel: onderwijs, moederhuis te Wodecq.
R. der Congregatie van de Vereeniging der H.H. Harten (van Dowaai, Fr.); doel : onderwijs; hoofdhuis voor België te Doornik, missiën in Argentinië en Kameroen.
R. van de Moeder Gods; doel: onderwijs; moederhuis te Kaïn; missiën in Egypte. In Ned. en België:
R. der Eeuwigdurende Aanbidding, gesticht 1857 door de Belgische gravin Anna dc Mecûs; moederhuis te Watermaol bij Brussel; doel: vereering van het H. Sacrament, alsook hulp aan arme kerken, bij catechismus, gesloten retraiten en missiën; in Ned. sinds 1870 een huis te Rotterdam (Eendrachtsstraat), van waar uit bediening van het bissch. retraitehuis De Thabor.

Voor de R. van 0. L. V. Visitatie, → Visitatie. Zie ook → Hart [Rel. v. h. H.

Hart] en verder het art. Kloosterling.

Lit.: Nolet, Kath. Ned. (II 1932).