Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Reigers

betekenis & definitie

(Ardeidae), familie van vogels, steltloopers, van uiteenloopende grootte. Het wouwaapje (niet: woudaapje) is de kleinste vertegenwoordiger met een vleugellengte van 15 cm.

Er behooren verder toe: purperreiger, groote en kleine zilverreiger, wachtreiger en roerdomp en de blauwe reiger (Ardea cinerea), met een vleugellengte van 45 cm. Prachtkleed: blauwgrijs, onderzijde wit.

Pronkveeren aan de borst en op den schouder wit, die op den kop zwart. Jonge r. grauwer en zonder sierveeren.

Ze nestelen in kolonies, meest in de lage streken van Nederland en elders, in hooge boomen, en soms in het riet. Er zijn in Ned. nog ca. 7 000 broedparen.

Het voedsel bestaat uit visch, ratten, muizen, salamanders, insecten en schaaldieren. De vijf eieren zijn groenachtig blauw.

De jongen verlaten na vijf weken het nest. De r. vliegt met S-vormig gekromden hals en uitgestrekte pooten.

Het is een trekvogel, hoewel er verscheidene blijven overwinteren. Bernink.