Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Regie

betekenis & definitie

1° (econ.) ➝Staatsbedrijf. Zie ook ➝Gemeentebedrijf.

2° Tooneelleiding. De oudste vaste gegevens daaromtrent zijn ons overgeleverd in teksten uit de 13e en 14e e., waarbij alle gebaren, door een tooneelspeler bij de opvoering van een bepaald stuk te maken, aangeteekend zijn. De groote lengte van vele stukken maakte deze aanteekeningen soms zeer omvangrijk. Het Livre de conduite du régisseur van een groot mysteriespel, dat in 1501 te Bergen in Henegouwen werd opgevoerd, omvat bijv. niet minder dan 15 deelen! Ook in later jaren is steeds van een bewuste r. sprake geweest.

Tot de beroemde regisseurs van het begin der 19e e. behoorden in Duitschland Iffland en Ludwig Devrient. Hun stijl van spelen sloot zich aan bij de romantische richting, waartegen op het einde der eeuw een reactie intrad met het naturalisme, in Duitschland gepropageerd door de Meiningers en Otto Brahm, in Frankrijk door André Antoine, in Rusland door Stanislawskij. Een dergelijk zich-afwenden van de oude school vertoonde in Ned. de Tooneelvereeniging, die o.a. met opvoeringen van Heyermans duidelijk naar een naturalisme streefde. Baanbrekend voor een andere richting, waarbij het spel veel meer werd gestyleerd, was Max ➝Reinhardt, wiens invloed ook buiten Duitschland en Oostenrijk zeer sterk is geweest. In Ned. werkte bijv. Willem Royaards in diens lijn voort.

Van Engeland uit hebben de opvattingen van Gordon Craig grooten invloed gehad op diverse regisseurs. Op zijn strakke en vereenvoudigde tooneelbeeld heeft in Ned. Eduard Verkade voortgebouwd. Groote regisseurs van moderne opvattingen zijn in Frankrijk o.a. Gaston Baty, Firmin Gémier, Charles Dullin en Jacques Copeau; in Engeland John Gielgud, bekend door zijn Shakespeare-opvoeringen. Een minder gestyleerden, hartstochtelijken stijl van spelen brengt thans in Nederland Defresne. In Vlaanderen De Gruyter, Teirlinck e.a.

De taak van den regisseur bij de film is een andere dan op het tooneel, eensdeels door het uitermate fragmentarische van de gespeelde scenes, vooral echter doordat ook de hoofdlijnen der montage, waardoor het rhythme van de film ontstaat, in handen van den regisseur liggen. Ook in dezen jongen tak van kunst is baanbrekend werk verricht door groote regisseurs met vaak zeer persoonlijke opvattingen (Ernst Lubitsch, Josef von Sternberg e.a.). Een bewust zeer moderne, zuiver artistieke richting is daarbij een tijd lang vooral voorgestaan door regisseurs der avant-garde in Frankrijk (Alberto Cavalcanti, Jacques Feyder, René Clair e.a.). Tot de avant-gardisten in Duitschland behoorde Walter Ruttmann, in Rusland Eisenstein. Hun werk heeft thans het zeer speciale, soms bizarre karakter van de eerste jaren verloren.

Lit.: L. Monteyne, R. (1937). v. Thienen.