Empirische regel uit de physicochemie, welke uitdrukt, dat de moleculairwarmte (moleculairgewicht x soortelijke warmte) van een vaste verbinding gelijk is aan de som der atoomwarmten (atoomgewicht x soortelijke warmte) der bestanddeelen. Aldus voor de soortelijke warmte van ijs (H2O) heeft men 18 x 0,47 = 8,5, terwijl men vindt uit de atoomwarmten 2 x 2,3 + 1 x 4,0 = 8,6. Deze regel houdt verband met de theorie der soortelijke warmte van Debye.
V. Itterbeek