(meetk.). De rechte, die een punt P van een kromme met een naburig punt Q verbindt, zal om P draaien, als Q langs de kromme tot P nadert, en ten slotte een grensstand PR bereiken, als P met Q samenvalt.
De snijlijn PQ is dan overgegaan in de raaklijn PR; P is het raakpunt. Men zegt, dat PR de kromme in twee samenvallende punten snijdt.
Evenzoo is een raaklijn aan een oppervlak een rechte, die dit oppervlak in twee samenvallende punten snijdt. In het algemeen liggen alle rechten, die het oppervlak in P raken of aanraken, in één plat vlak, het raakvlak in P.
Een raaklijn van een cirkel en een raakvlak van een bol hebben de eigenschap, dat zij loodrecht staan op den straal naar het raakpunt. Twee krommen of oppervlakken raken elkaar in een punt P (aan), als zij in P dezelfde raaklijn, resp. hetzelfde raakvlak hebben.Is y = f (x) de vergelijking van een vlakke kromme, dan is de vergelijking van de raaklijn in een punt (a, b) van die kromme: y—b= p (x—a), waarin p de waarde is van het → differentiaalquotiënt dy/dx in het punt (a, b). v. Kol
