Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Psychotechniek

betekenis & definitie

Psychotechniek omvat de toepassing van de in de psychologie gevonden resultaten in de geheele practische cultuur. Door sommigen wordt een beperkter beteekenis aan dit woord gegeven, zooals o.a. door Stern, die het beperkte tot de „Menschenbehaltung”.

In de wijdere beteekenis kan de toepassing dus geschieden op het gebied van de beroepsleer, de opvoedkunde, de volksgezondheid, het economisch leven, de bedrijfshuishoudkunde, het recht, de kunst, enz. In deze beteekenis zou het woord toegepaste psychologie beter op zijn plaats zijn.

Het woord p., dat alg. burgerrecht heeft verkregen, suggereert ten onrechte de aanwezigheid van een technischen component. Vsch. wetenschappen zullen de psychologie als hulpwetenschap bij haar toepassingen waarlijk behoeven.

Zoo bijv. de opvoedkunde, die als fundament de structuur van de kinder-psychologie moet gebruiken.Door sommigen wordt het woord p. gereserveerd voor de toepassing op het gebied van het bedrijfsleven, in welke gevallen ook wel over industrieele psychologie wordt gesproken. Vraagstukken van personeelselectie en beroepskeuze treden hier als onderdeelen der subjects-psychotechniek het meest naar voren. De grondlegger der p., prof. H. Münsterberg, heeft het ook vnl. tot dit terrein beperkt. Ook in Ned. wordt door velen onder p. datgene verstaan voor wat deze beperkt tot industrieele psychologie. In elk geval heeft de p. op dit terrein het meeste bereikt en als helper voor beroepskeuze en personeelselectie, om den juisten man op de juiste plaats te krijgen, treedt zij vooral op den voorgrond.

Twee belangrijke methoden kan men bij dit psychotechnisch onderzoek onderscheiden, nl. de functioneele methode en de persoonlijkheidsmethode. De functioneele methode sluit aan op de oudere methode in de experimenteele psychologie, vooral op de associatie-psychologie. Zij beoogt een meting van de verschillende psychische en psycho-physische functies met behulp van instrumenten en soortgelijke hulpmiddelen, terwijl de persoonlijkheidsmethode aansluit op de nieuwere richting in de psychologie, meer speciaal op de „Geisteswissenschaftliche Psychologie” van E. Spranger. Deze methode is niet ingesteld op het meten van functies, doch meer in het bijzonder op de waardeering van de wijze, waarop de verschillende functies zich gedragen. Men heeft wel getracht, om ook hier, aansluitend op de uitdrukkingsmethode, tot meting van de diepere psychologische eigenschappen over te gaan, doch men is hierin, wegens de gecompliceerdheid van het zielkundig leven, niet geslaagd. De observatie is dan ook het belangrijkste middel, om tot de kennis van een bepaalde psychische structuur te kunnen komen.

Om tot een goede psychotechnische keuring te komen, wordt meestal het volgende proces gevolgd. Men begint met een arbeids-analyse, waarbij door informatie, observatie, zelfuitoefening, wordt vastgesteld, welke eigenschappen voor de uitoefening van het beroep noodzakelijk zijn. Daarop volgt de opstelling van de proeven, waarbij van oude of nieuwe methoden gebruik kan worden gemaakt, en daarop volgt de ijking, waarbij een vergelijking wordt gemaakt tusschen de uitkomsten van de proef en de beroepsresultaten. Deze ijking beoogt dus het bepalen van de betrouwbaarheid cn van de proef zelf.

Het doel van zulke psychotechnische keuringen is, om in zeer korten tijd (bijv. een dag), uitgaande van een goede arbeids-analyse, de geschiktheid van een bepaald persoon voor een bepaald beroep vast te leggen. Zoodoende kan een goede psychotechnische keuring het experimenteeren langs den weg der ervaring, hetgeen voor werkgever en werknemer ongewenscht is, overbodig maken.

De p., die zich sinds het begin van de 20e eeuw snel heeft ontwikkeld, wordt in Ned. ook al door vsch. grootbedrijven en bureau’s van beroepskeuze toegepast. Internationale congressen worden regelmatig gehouden (het vijfde in 1928 onder voorzitterschap van prof. dr. F. Roels te Utrecht). de Quay