Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Praedestinatie

betekenis & definitie

( < Lat. praedestinare = voorbeschikken) is de goddelijke voorbeschikking van bepaalde redelijke wezens tot het eeuwig heil.

A) Het is Katholieke geloofsleer, dat er een goddelijke p. is. Deze leer is niet als dogma door een speciale definitie der Kerk vastgesteld, maar wel in haar algemeene leering opgenomen en wordt in sommige bepalingen van het Concilie van Trente als geloofspunt verondersteld. Deze leer berust op de H. Schrift,o.a. Mt.25.34; Joh. 10.27; Act.13.48; Rom.8.2830; Eph.1.4-11. Ook in de Overlevering, welke het heil van den mensch altijd erkend heeft als afhankelijk van Gods voorkennis en wilsbeschikking, ligt deze leer vast. Naast het leerstuk der p. staat het leerstuk der reprobatie (verwerping), hetwelk inhoudt, dat God krachtens eeuwig raadsbesluit bepaalde redelijke wezens van het eeuwig heil uitsluit. Het bestaan der reprobatie is Kath. leer, steunend op H. Schrift en Overlevering. Het bestaan van p. en reprobatie blijkt bovendien uit dezen grond: al wat God in den tijd in zijn schepselen uitwerkt is van eeuwigheid door Hem gekend en gewild.

Er bestaat tusschen p. en reprobatie volgens de Kath. leer dit essentieele verschil: krachtens de p. afhankelijk van Gods voorbeschikkenden wil, volgen het eeuwig heil van den uitverkorene en ook de verdienstelijke genadevolle werken, waardoor het heil wordt bereikt. Bij de reprobatie is wel de eeuwige straf gevolg van Gods willen, maar de zonde waarom gestraft wordt is geen gevolg van Gods willen der zonde. De zonde wordt door God slechts toegelaten. De p is onfeilbaar zeker, om de onfeilbare zekerheid van Gods kennis en de onfeilbaarheid van zijn raadsbesluit. Deze onfeilbaarheid gaat samen met de menschelijke vrijheid in het verwerven van het eeuwig heil. Maar geen mensch weet zonder een bijzondere' openbaring met onfeilbare zekerheid, dat hij gepredestineerd is (Conc. van Trente; Denz. 805). Wel zijn er teekenen, waaruit de p. van een mensch met voldoende zekerheid vaststaat.

B) Katholieke schoolmeeningen. Het sub A vastgestelde wordt door de Katholieken algemeen aanvaard. Onder de Kath. theologen wordt gedisputeerd omtrent de volgende punten:
1° Men kan de p. vatten compleet en incompleet. De complete p. betreft zoowel het eeuwig heil als de werken uit genade, waardoor het eeuwig heil wordt verdiend. De incomplete p. betreft alleen het eeuwig heil of alleen de genade. Algemeene Kath. leer is, dat de complete p. niet afhankelijk is van het vooruitzien door God van menschelijke verdienste. Op de vraag, of de incomplete p. tot eeuwig heil er is zonder vooruitzien van verdienste (m.a.w. of ze onvoorwaardelijk is), antwoorden de Thomisten en eenige Molinisten bevestigend, Molina en het meerendeel der Molinisten ontkennend.
2° De reprobatie kan onderscheiden worden in positieve en negatieve reprobatie. Negatieve reprobatie is het toelaten door God, dat eenigen het doel missen. Positieve reprobatie is de wil van God om eenigen te straffen met eeuwige straf. Volgens de Kath. leer is de positieve reprobatie voorwaardelijk, nl. om de voorziene schuld. De vraag of de negatieve reprobatie onvoorwaardelijk is (zonder vooruitzien van schuld) wordt ontkennend beantwoord door de Molinisten, bevestigend door veel Thomisten.
C) Volgens ➝ Calvijn heeft God naar zijn eeuwig welbehagen, zonder aanmerking van zonde of deugd, sommigen gepredestineerd ten leven en anderen tot de eeuwige verdoemenis (Decretum horribile). God heeft de zonde niet slechts toegelaten, maar gewild. De inwendige roeping door den Geest geeft den uitverkorene de rotsvaste zekerheid van zijn uitverkiezing.

De predestinatieleer van Calvijn was reeds geleerd door oudere zgn. „praedestinatianen”: Godschalk, Wiclef en Hus. Luther hangt haar wel aan, maar minder uitdrukkelijk dan Calvijn. De latere Lutheranen gaven haar meer en meer prijs. Niet alle Geref. Kerken aanvaarden de leer van Calvijn omtrent de p. in al haar scherpte. Het ➝ infralapsarisme won het van het ➝ supralapsarisme en in de predestinatieleer van Arminius en de Remonstranten bleef van de absolute p. van Calvijn weinig over. ➝ Praedestinatiestrijd.

Lit. : zie de handboeken, o.a. A. Mulders, Van den eenen God (1931) ; P. Potters, Verklaring v. d. Katechismus (VI 31928, 13-16). Voor de leer van Calvijn zie ook: C.

Friethoff, De Goddelijke P. (1936). Kreling.