Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Pater

betekenis & definitie

(Lat., = vader), titel van kloosterlingen, die priester zijn, tegenover → frater (3°). In sommige streken, met name van Tsjecho-Slowakije, ook gebruikelijk voor wereldpriesters.

Paters van Barmhartigheid, of Priesters van de Barmh., congregatie, gesticht in 1808 te Lyon door den priester Rauzan voor zielzorg en onderricht. Huizen in Frankrijk, Italië, België en Ver. Staten. Hoofdhuis voor België te Ciply (Henegouwen).

Paters van de H. Familie, Congregatio missionariorum a S. Familia (afk.: M.S.F.). Deze congreg. werd in 1895 te Grave (Ned.) gesticht door P. J. B. Berthier, missionaris van La Salette (diocees Grenoble); in 1911 pauselijk goedgekeurd. Doel der stichting: opleiding tot priestermissionaris van jongelingen, die op lateren leeftijd (14-25 jaar) roeping gevoelen (vocations tardives). Ze verbreidde zich weldra over Duitschland, Oostenrijk, België, Frankrijk, Polen en Zwitserland. Generalaatshuis is te Grave. Sinds 1915 een Ned. afd. met de kloosters te Kaatsheuvel (seminarie), Goirle (Nieuwkerk) en Oudenbosch. In België: een klooster te Habay-la-Neuve (prov. Luxemburg). In 1910 begon ze haar missiearbeid in Brazilië; verder in Ver. Staten van N. Amerika, Noorwegen en Spitsbergen. P. Leo Lombaerde stichtte een congreg. van inl. zusters in Brazilië voor onderwijs en ziekenverpleging. De Ned. afdeeling is werkzaam op Ned.-Oosten Zuid-Bomeo en op Java (Semarang). Einde 1936 had de congreg. 910 leden.

Lit. : Lex. Theol. Kirche (III, 950); M. Heimbucher, Die Orden u. Kongreg. (II 31934, 432).

Paters van den H. Geest, Congregatio Sancti Spiritus (afk. C.S.Sp.), een in 1703 door Claude Poullart des Places gestichte congregatie, om arme studenten tot missionarissen op te leiden. Vanaf 1765 officieel door de Fr. regeering aangewezen om den seculieren clerus voor de Fr. koloniën op te leiden; na de Fr. Revolutie werd ze in 1823 opnieuw daarmee belast. Met deze congreg. van den H. Geest vereenigde p. Franz Lieberman, een bekeerde Jood, de congreg. van het Onbevlekte Hart van Maria, die hij in 1841 gesticht had tot bekeering van het Zwarte ras in Afrika (vandaar congreg. van den H. Geest onder bescherming van het Onbevl. Hart van Maria). Hoofddoel der congreg.: bekeering van het Zwarte ras; daarbij ook andere apostolische arbeid, wetensch. onderzoekingen in Afrika e.a. Te Parijs is het generalaatshuis, waar ook nog het seminarie is voor opleiding van secul. geestelijken in de Fr. koloniën. Geleidelijk breidde de congreg. zich buiten Frankrijk uit: in Westen Midden-Europa, en in N. Amerika. In 1904 vestigde ze zich in Weert (seminarie); later volgden Baarle-Nassau, Gemert (provincialaat) en Gennep. Sinds 1931 vormen deze één Ned. prov. In België heeft ze 6 kloosters, o.a. te Leuven (provincialaat). Vanaf 1848 breidden zich hun buitenl. missiën zeer uit: van hun 30 missiegebieden zijn er 22 in Afrika gelegen; in de Ver. Staten, Brazilië en opde AntillenvooralNegerparochies. InSept. 1936 telde de congreg. 3257 leden en 2 540 aspiranten.

Lit.: Lex. Theol. Kirche (IV, 352) ; M. Heimbucher, Die Orden u. Kongreg. (II 31934, 377).

Paters der H.H. Harten van Jesus en Maria, Congregatio Sanctiss. Cordium (afk.: S.S.C.C.), ook congreg. van Picpus genoemd (naar Rue de Picpus te Parijs, waar sinds 1805 het generalaatshuis gevestigd was). Deze congr., uit een broederschap van de H.H. Harten van Jesus en Maria in 1797 te Poitiers ontstaan, werd in 1800 door fr. Jozef Maria Coudrin aldaar gesticht; in 1817 pauselijk goedgekeurd. Met de hulp van gravin Aymer de la Chevalerie stichtte hij ook de congreg. van de → Zusters der H.H. Harten. Aanleiding tot deze stichting was voor p. Coudrin: het verlangen om de verderfelijke gevolgen der Fr. Revolutie bij de jeugd en het Kath. volk weg te nemen, door gebed en apost. werkzaamheden. Haar hoofddoel is: in den geest van opoffering en eerherstel de godsvrucht tot de H.H. Harten van Jesus en Maria beoefenen en verspreiden. Ze wil dit bereiken door altijddurende aanbidding van het Allerh. Sacrament, door leiding van seminaries van secul. geestelijken en van eigen seminaries, door volksmissies, door te ijveren voor dc eeuwigdurende aanbidding en voor de intronisatie van het H. Hart (p. Mateo) e.a. Reeds in 1826 begon ze haar buitenlandsche missiën in Oceanië. Werd de congreg. in 1871 reeds ernstig door de Parijsche Commune getroffen, in 1905 werd ze uit Frankrijk verdreven. Des te meer verspreidde zij zich over vsch. landen van Europa; ook is vanaf 1905 het generalaatshuis te ’s Gravenbrakel of Braine-le Comte (België). In Ned. al in 1896 begonnen, werden kloosters gesticht: te Ginneken (provincialaat), St. Oedenrode (seminarie, hierheen uit Grave overgeplaatst), Valkenburg, Rotterdam (Heyplaat), Nuland; Simpelveld is van de Duitsche prov. In 1923 zijn de Ned. kloosters tot een prov. vereenigd. De congreg. bezit 6 kloosters in België, o.a. te Leuven (provincialaat). Hun buitenl. missiën breidden zich gestadig uit: in Noord-, Middel-, en Zuid-Amerika, op de eilanden van den Stillen Oceaan (o.a. Hawaï met Molokai, waar P. → Damiaan de Veuster zich aan de verpleging der melaatschen wijdde) en in China. De Ned. prov. is werkzaam op Banka en Billiton (Ned.Indië) en in Brazilië. In 1935 had ze ruim 1 300 leden.

Lit.: Lex. Theol. Kirche (VIII, 265) ; M. Heimbucher, Die Orden u. Kongreg. (II 31934, 363 vlg.).

Paters van het H. Sacrament, Societas Sanctissimi Sacramenti (afk.: S.S.S.). Deze congreg. werd in 1856 te Parijs gesticht door den zal. p. Petrus Julianus → Eymard, die tevoren behoorde tot de congreg. der Maristen; in 1863 pauselijk goedgekeurd. Hij stichtte voor hetzelfde doel de → Zusters van het H. Sacrament. Doel der congreg. is de godsvrucht tot het Allerh. Sacrament bevorderen door 1° altijddurende aanbidding van het Allerh. Sacrament in haar kloosterkerken; 2° eucharistisch apostolaat in allerlei vormen en euchar. vereenigingen. Behalve over Frankrijk verspreidden ze zich over Europa, Amerika en Australië; hier verrichtten ze ook missiearbeid. In Ned. vestigden zij zich te Brakkenstein (Nijmegen), verder te Baarlo (provincialaat) en Stevensbeek (Sambeek). Deze kloosters vormen met de Duitsche één provincie. Behalve de leiding van een eigen seminarie en de zorg voor een rectorale kerk, hebben de paters te Brakkenstein de leiding van talrijke euchar. tijdschriften en euchar. vereenigingen, de zorg voor het euchar. secretariaat en den Euchar. Kruistocht in het bisdom van Den Bosch. Kloosters in België: te Elsene-Brussel (provincialaat), Bitsingen (Rokkelingen), Bothey (Maxy) en te Binche. Het generalaatshuis is te Rome.

Lit. : M. Heimbucher, Die Orden u. Kongreg. (II 31934, 422) ; Kath. Nederland (I 1930). p. Placidus.