Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Olympische spelen

betekenis & definitie

(Ant. hist.), wedstrijden in Oud-Griekenland, die om de vier jaar plaats hadden (vanaf 776 v. Chr. tot 394 n. Chr., edict van Theodosius) en waarnaar de tijdrekening der Oudheid geregeld werd. Niet al de wedstrijden zijn even oud: in 776 werd de wedloop ingericht, in 706 de vijfkamp of pentathlon (springen, wedloop, speerwerpen, discus, worstelen), in 648 het wagenrennen en de paardenwedstrijden; sedert de 5e e. trof men er zelfs wedstrijden aan in de welsprekendheid, en tentoonstellingen van schilderijen.

Van de spelen, die zeven dagen duurden, werden de eerste en de laatste aan de offers voorbehouden. Alle steden uit de Gr. wereld zonden mededingers, w.o. vorsten als Hieron van Syracuse en Nero vermeld worden, en enkele steden borgen hun benoodigdheden op in een eigen schathuis. Ook het publiek was internationaal: alleen de vrouwen waren uitgesloten, zelfs op doodstraf. Plechtig waren de toebereidselen: een heilig vredesverdrag werd over de Gr. wereld afgekondigd.

Voor de inrichting der spelen, het uitkiezen en het oefenen der athleten, die vrije, niet-veroordeelde Grieken (later ook Macedoniërs en Romeinen) waren en 60 dagen speciale training ter plaatse moesten doen, zorgde de commissie der → Hellanodikai. De athleet zwoer eerlijk en trouw de vastgestelde regels te zullen naleven. De eenige stoffelijke belooning was een olijftak; de overwinnaar werd uitbundig gevierd en mocht zijn standbeeld laten oprichten. Toch werd er in de Oudheid reeds critiek uitgeoefend tegen het barbaarsche van kampen als het pancration, een gecombineerden boksen worstelwedstrijd, waarbij, als in het huidige jiu-jitsu, alle vormen van geweld geoorloofd waren.Inwendig verval ontstond reeds in de 4e e. v. Chr. Evenals in de moderne sport verdween het zuiver sportief karakter onder den invloed van beroepsathletiek, weddenschappen, omkooperij, enz. Daartegen vermochten de Macedonische heerschers en Romeinsche keizers niets. Trouwens het algemeen-zedelijk peil van dit bonte, op pleizier beluste wereldje zal, vooral in de latere periode, niet vrij hoog geweest zijn. E. De Wade.

De moderne Olymp. spelen werden gepropageerd door den Fr. baron P. de Coubertin, tot bevordering van gezonde en ontwikkelende sport voor de jeugd en als middel tot internationale verbroedering. 23 Juni 1894 werd op een intern, congres in de Sorbonne te Parijs tot wederinstelling besloten. Een intern. Olympisch Comité richtte de eerste spelen in te Athene (1896), waarvoor het oude Atheensche stadion (80 000 pl.) werd herbouwd. Een Grieksche schaapherder won den Marathonloop, verder werden alle overwinningen door de Amerikanen behaald, die dat de eerste drie spelen volhielden. De volgende spelen waren 1900 Parijs, 1904 St. Louis (N.-Amer.), 1908 Londen, 1912 Stockholm (hier kwamen 4 742 sportlui van 27 naties, de sport bleek sterk in opbloei), 1920 Antwerpen (hier waren de centrale landen nog uitgesloten), 1924 Parijs (hier werden de meeste wereldrecords verbeterd), 1928 Amsterdam, 1932 Los Angeles, 1936 Berlijn (waar de Ned. zwemsters vele wereldrecords haalden). De Olympische winterspelen worden sinds 1924 apart gehouden.

Aan de O. s. kunnen alle amateurs der beschaafde landen deelnemen. Zij leggen allen den Olympischen eed af, eerlijk te strijden tot eer van het vaderland, tot roem van de sport. Iloofdzaak der spelen is de lichte athletiek, maar geen enkele tak van sport is uitgesloten. De vlag der O. s. bestaat uit vijf ineengevlochten ringen (rood-groen-zwart-geel-blauw), die de vijf werelddeelen voorstellen.