Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Oertalen

betekenis & definitie

Dacht de Ital. geleerde Alfr. Trombetti reeds in 1905 de oerverwantschap van niet minder dan alle talen van de wereld (verscheidene honderdtallen!) aan te kunnen toonen, de groote Weensche ethnoloog en linguist p.

W. Schmidt S.V.D. gaat nog verder en meent ook nauwkeurig de geheele taalkring der o. te kunnen beschrijven, waaruit later langs allerlei wegen en door allerlei oorzaken de veelheid van al de huidige taalgroepen en -families is voortgekomen.

Hiertoe zouden vooral behooren de talen van een aantal zeer primitieve volkeren van → pygmoïd karakter (bepaalde Z.O.-Australische talen, Papoeatalen, het San der Bosjesmannen in Afrika, het Andamaansch, het Semang op Malaka). Iets verder ontwikkeld zijn de palaeo-Aziatische talen, het Samojeedsch en het Lapsch (samen de „arctische ondergroep”), het Nama der Hottentotten in Afrika , de Algonkintalen in Amerika (rond de Hudsonbaai).

De overeenstemmingen tusschen het taalkundig en het ethnologisch karakter dezer volkeren, waarop Schmidt in dit verband weet te wijzen, zijn geniaal gezien. Zijn theorie zal daarom op het onderzoek in de komende jaren zeker grooten invloed uitoefenen, ook al kan men deze thans moeilijk reeds als volledig bewezen beschouwen.

Vgl. nog → Taalverwantschap.Lit.: W. Schmidt, Die Sprachfamilien und Sprachenkreise der Erde (Heidelberg 1926). Wils.