Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Marine

betekenis & definitie

Handelsmarine. Deze term wordt wel gebezigd voor handelsvloot. Men verstaat er onder de gezamenlijke schepen, die ten dienste van het goederen- en personenvervoer in de vaart zijn, en wel in het bijzonder de zeeschepen.

Gewoonlijk duidt men met het woord m. aan: de zeemacht van een staat, in tegenstelling met de handelsmarine oorlogsmarine genoemd. Deze is oudtijds geboren uit de handelsmarine. In tijden van gevaar werden handelsschepen, die destijds altijd eenigermate bewapend waren, gevorderd en daarop deelen van het leger ingescheept.

Geleidelijk heeft zich door specialisatie een splitsing voltrokken en ontstonden afzonderlijke oorlogsmarines. De invoering van de voortbeweging door stoom en de overgang naar den ijzeren scheepsbouw (waardoor pantsering mogelijk werd) zoomede het verdragende geschut, dat speciale opstellingen vereischte, heeft de splitsing voltrokken. Voor hulpdiensten worden echter nog steeds koopvaardij- en visschersschepen gebruikt, niet echter in den slag.

De gezagshandhaving ter zee is met het grooter worden der vloten slechts aan de groote mogendheden voorbehouden; de kleinere hebben allengs hiervan moeten afzien en zich toegelegd op kustverdediging. In beginsel kan dit op tweeërlei wijzen geschieden en wel: a) met speciaal daarvoor bestemde schepen; b) met materiaal, dat gelijkwaardig is met soortgelijke schepen van groote zeemogendheden. De tweede methode heeft het groote voordeel, dat in een bondgenootschappelijken oorlog de kleine vloot een welkome aanvulling is voor de groote.

Een integreerend deel van elke vloot vormen haar bases, waar zij zich veilig voor den tegenstander moet kunnen uitrusten en herstellen om na gereedheid weer volle zee te kunnen kiezen.