Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Maleisch

betekenis & definitie

Een Indonesische taal, landstaal van de kustgebieden van Malaka, Oost-Sumatra, Zuid-Borneo en den Riouw-Lingga-Archipel, benevens van sommige gedeelten van het binnenland van Zuid-Sumatra, ten nauwste verwant aan het → Menangkabausch van de Padangsche Bovenen Benedenlanden. Als taal van de kustgebieden van de drukbevaren Straat van Malaka is het lingua franca geworden, eerst van het handelsverkeer, later van het geheele culturele en politieke leven van de inwoners van den Indischen Archipel; hiervoor is het bijzonder geschikt door zijn eenvoudige klankstelsel en zijn eenvoudige grammaticale structuur, doch desondanks heeft het er een groot deel van zijn vormenrijkdom in verloren. Er bestaan dus thans twee soorten M., het Hoog- of Riouw-Maleisch, dat de bewoners van de hierboven genoemde gebieden als moedertaal spreken en dat, veredeld cn c.q. gemoderniseerd, in de literatuur wordt gebruikt, en het Laag- of Pasar-Maleisch, dat zich bijna uitsluitend van grondwoorden en omschrijvingen bedient, dat wemelt van vreemde woorden en zinswendingen, en dat de vreemdeling in drie maanden heet aan te leeren, omdat hij het hanteeren mag volgens het principe „wat je niet weet, dat blijft zoo” (d. w.z. wat men niet in het M. kan zeggen, zegt men maar in zijn moedertaal).

In het Laag-Maleisch zijn er vele schakeeringen waar te nemen, verschillend naar het milieu, dat zich van het jargon bedient, en uiteraard van verschillenden woordenschat, al naarmate het Javanen-Maleisch, Atjehsch-Maleisch, Chineezen-Maleisch, Europeanen-Maleisch enz. is. Het is de moedertaal geworden van de in Indië geboren Chineezen en sommige Indo-Europeanen, terwijl het streektaal is geworden van Batavia en omgeving (Bataviaasch-Maleisch, met sterken Balischen invloed vanwege de vroegere kolonie van Balische slaven en slavinnen te Batavia). Het Hoog-Maleisch, dat mede door de werkzaamheid van het Kantoor voor de Volkslectuur zich aan de eischen van den modernen tijd heeft aangepast, wordt door de inheemsche nationalisten in deze dagen gepropageerd als Basa Indonesia, taal van Indonesië; volgens hen moet het als drager van het supra-nationale geestelijke verkeer naast de tallooze landstalen komen te staan als eenheidstaal, of zelfs de landstalen verdringen.

Al zal dit laatste niet gemakkelijk geschieden daar, waar de landstaal een sterke positie inneemt (Javaansch, Soendaasch, Menangkabausch, Bataksch, Makassaarsch, Boegineesch, Atjèhsch, Balisch), in andere gebieden, waar de landstalen te talrijk zijn en het aantal sprekers er van te gering, is de kans, dat het M. de landstaal op den duur verdringt, niet gering, zooals uit de geschiedenis van Ambon en de Minaliassa bijv. blijkt. Op Java en Bali geven sommige groepen van de bevolking de voorkeur aan het Maleisch boven de landstaal, om geen gebruik te behoeven te maken van de sociale differentiaties van hun moedertaal (→rangtalen).Het oudste M. is bekend uit Sumatraansche inscripties van de 7e eeuw. Sinds de invoering van den Islam is het met Arab. letters geschreven geworden, terwijl tegenwoordig het gebruik van Lat. letters overheerschend is. In grammaticale structuur komt het in hoofdzaak overeen met het Javaansch (→ Java, IV); sociale differentiaties kent het echter hoegenaamd niet. Sinds de 18e eeuw zijn er verschillende spraakkunsten verschenen. Wel bruikbaar zijn die van Spat en van Gerth van Wijk. Een goed woordenboek (Ned.-Mal. en Mal.-Ned.) schreef van Ronkel (31930).

Voor de literatuur, zie → Maleische literatuur. Berg