Kath. theoloog. * 23 Maart 1808 te Rieder bij Immenstadt, † 4 Maart 1893 te Freising. Van 1841 tot 1878 was hij prof. in de moraaltheologie te Freising.
Zijn Moraltheologie (3 dln. 1852-’54) keert weer terug tot de groote theologen der M. E. en de Spaansche mystieken, en is een overgang van Sailer en Hirscher tot de nieuweren.
Hij vertaalde uit het Grieksch werken van den H. Macarius den Grooten, uit het Spaansch van de H.
Teresia en Joannes van het Kruis. Zijn autobiographie (uitg.
M. Sattler 1896) geeft een interessant beeld van het religieuze leven in het Beieren van dien tijd.Lit.: Hist. Polit. Blatter für das Kath. Deutschland (dl. 118, jg. 1896). Feugen.
