Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Madrid

betekenis & definitie

Hoofdstad van de republiek Spanje (40°24'N., 3°41'W.) en tevens van de gelijknamige provincie (8 002 km2; 1 231 487 inw. in 1930), zetel van de regeering en van den aartsbisschop, centrum van het bankwezen en het cultureele middenpunt. Aantal inw.: 883 247 (1930). M. is geleden op de hoogvlakte aan de Manzanares, die in den zomer dikwijls droog is.

Het klimaat is een landklimaat met heete droge zomers (Juli-temp. 24,8° C). De stad bestaat uit een oude kern met nauwe straten en de in rechthoeksvorm aangelegde nieuwe wijken (o.a. Argüelles, Salamanca).

De buitenkrans wordt gevormd door de Extraradio met de voorplaatsen Moncloa, Cuatro Caminos en Prosperidad. Zie pl. (vgl. den index in kol. 831/832.) Sipman Kunst. Gebouwen en kerken te M. zijn weinig interessant; slechts de kerk S.

Antonio de la Florida is getooid met fraaie fresco’s van Goya (1792). Verreweg het belangrijkst is het groote schilderijenmuseum: het Prado, en de Armeria, het museum van wapens en harnassen in het voormalige kon. paleis.

De kern van beide musea vormen de rijke collecties van Karel V en die der andere Spaansche koningen.

Van de niet Spaansche schilders zijn vooral in het Prado vertegenwoordigd: Titiaan, Hieronymus Bosch en Anton Moro; Velazquez leert men uit ong. 40 doeken kennen, Ribera, Greco, Murillo en Goya hebben hier prachtige werken (Murillo en Zurbaran beter vertegenwoordigd te Sevilla). Het voormalige kon. paleis bewaart nog een rijke collectie gobelins (Real Tapiceria), waaronder voornamelijk Vlaamsche gobelins uit het bezit van Karel V. Het kleine museum Real Academia de Bellas Artes bezit enkele interessante schilderijen, onder meer van Goya.

Korevaar-Hesseling Verder zijn nog bezienswaardig: het vroegere kon. paleis (1737-’64), het gebouw van de Cortes, de San Francisco-el-Grande-kerk, de Promenade del Prado, de Plaza Mayor en de Puerta del Sol.Beteekenis. Industrie: tabaks- en tapijtfabrieken, leerlooierijen, fabricage van porselein, gitaren en meubels. Handel: banken (o.a. Bank van Spanje), de beurs, handelskamers enz. Verkeer: knooppunt van spoorwegen (Lissabon—San Sebastian—Parijs; Lissabon—Barcelona—Marseille). M. heeft naast de electrische tram ook een ondergrondschen spoorweg.

Vlieghaven. Als onderwijscentrum is M. van beteekenis door de universiteit, hoogescholen, bibliotheken (o.a. de Nationale Bibl.), enz. M. telt verder talrijke ziekenhuizen, gestichten en kloosters.

Geschiedenis. Het ontstaan van M. ligt in het duister. Het treedt voor het eerst in de gesch. op als versterking der Mooren, die in 939 door Ramiro II van Leon werd veroverd. Hendrik III van Castilië maakte M. tot zijn residentie. Pas onder Philips II werd het hoofdstad. Zeer veel verdragen kwamen hier tot stand, o.a. in 1526 tusschen Karel V en Frans I, in 1617 tusschen Spanje en Venetië, en in 1800 tusschen Spanje en Portugal.

In 1808 kwam de stad tegen Murat in opstand. M. koos in de Carlistenoorlogen de zijde van de koningin. Sinds 14 April 1931 is Spanje geen koninkrijk meer, doch M. bleef de regeeringszetel, ook voor de republiek (voorloopig verlegd naar Valencia). De stad heeft ontzettend te lijden van den in 1936 begonnen burgeroorlog en ligt voor een groot gedeelte verwoest. Sipman.

Lit.: O. Jürgens, Spauische Stadte (1926).