Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Maas

betekenis & definitie

Regenrivier in Frankrijk, België en Nederland; ontspringt op het plateau van Langres, oorspr. echter op veel grootere hoogte, toen ze van de Vogezen kwam. Het instandhouden van haar bedding bij de langzame opheffing der Ardennen eischte zooveel van haar kracht, dat zij haar geheelen bovenloop tot Nancy aan de Moezel, dus aan den Rijn, verloor; aan de andere zijde werden haar vele nevenrivieren door het Seine-systeem ontroofd. Daardoor heeft de M. in Frankrijk nagenoeg geen zijtakken.

In de Ardennen vormt de M. een diep dal; van Mézières tot Namen is zij Z.-N. gericht; hier neemt zij de richting Z.W.-N.O. van haar zijrivier, de Samber, over en wel tot Luik, waar zij de richting van de Ourthe gaat volgen. Vlak bij de Ned. grens, tusschen Visé en Eijsden, bereikt de M. de Diluviale delta, die zich tot aan de Noordzee uitbreidt. Door opeenvolgende periodes van rijzing en stilstand bij de opheffing der der Ardennen ontstonden langs de M. een drietal terrassen, die ook in Ned.

Limburg voorkomen. Rechterzijrivieren zijn: Chiers, Semois, Lesse, Ourthe, Geul, Geleen, Roer, Swalm en Niers; linkerzijrivieren: Viroin, Samber, Mehaigne, Jeker, Itterbeek, Neer, Molenbeek, Raam, Dieze en Donge. Een smalle strook langs de Fransche M., de Ardennen, het W. deel van Rijnland, het Land van Maas en Waal, geheel Ned.

Limburg en de Meierij van Den Bosch brengen hun overtollig water op de M.De M. is door haar groote verschillen in waterstand een gevaarlijke rivier. In Venlo bedroeg haar gemiddelde capaciteit vóór de kanalisatie 150 m3, terwijl de afvoeruitersten tusschen 50 en 2650 m3 (25 Dec. 1880) lagen! De zoo gevreesde plotselinge hoogwaterstanden zijn vooral een gevolg van de geringe doorlaatbaarheid der Ardennengesteenten en van den aanzienlijken regenval in dit gebied. Semois en Ourthe vooral veroorzaken deze vlugge stijging van het Maaswater. Bovendien was de afvoer naar zee slecht geregeld; omstreeks 1300 werd de eigenlijke Maasmond ten W. van Heusden afgedamd en moest de M. haar water bij Loevestein op de Merwede brengen; bovendien stond de Waal bij Fort St. Andries in verbinding met de M., waardoor deze rivier ook nog Waalwater kreeg te verwerken. Geen wonder, dat de M. bij hooge standen in het geheel niet in staat was, haar water in haar bedding af te voeren. Hieruit ontstond het waterbezwaar, dat eeuwenlang het N. van Noord-Brabant, vanaf Grave tot den Biesbosch, teisterde (➝ Beersche Maas; Beersche Overlaat). Verbetering kwam pas in zicht door de wet van Jan. 1883, die de totstandkoming van een Nieuwen Maasmond inhield. In 1904 werd deze geopend; mede door aansluitende werken werden de waterstaatkundige toestanden aanzienlijk verbeterd, maar tot sluiting van den Beerschen Overlaat kon toch niet worden overgegaan. Sedert 1929 is men nu met Maaswerken bezig om de overstroomingen definitief te doen beëindigen: beneden Grave wordt de M. gereguleerd en bij Lith van een stuw voorzien. Duizenden ha vruchtbaren grond zullen dan permanent kunnen worden bebouwd en bewoond. Zie ook ➝ Noord-Brabant.

v. Velthoven.

Gekanaliseerde Maas noemt men het gedeelte van de Maas van Maasbracht tot Grave, dat door den bouw van vijf stuwen, achtereenvolgens te Linne, Roermond, Belfeld, Sambeek en Grave, bevaarbaar is gemaakt voor schepen met een laadvermogen van 2000 t. De Maaskanaliseering is uitgevoerd in de jaren 1918-’29, als een onderdeel van de werken tot verbinding van Z. Limburg met de groote Ned. rivieren. Egelie.