Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Maand

betekenis & definitie

A) Algemeen.

Maand is oorspr. de duur van nieuwe maan tot nieuwe maan = 29 dagen, 12 uur, 44 min, 3 sec (synodische m.). In de Oudheid werd bij vele volkeren deze maand in den kalender gebruikt. Het begin van de m. was dan het eerste verschijnen na nieuwe maan van de smalle maansikkel aan den avondhemel. Dit werd door priesters of ambtenaren waargenomen. Het jaar van 12 m. begon dan steeds met nieuwe maan en om de gemiddelde lengte van het jaar gelijk het zonnejaar te houden, werd nu en dan een 13e m. ingelascht. De m. duurden 29 of 30 dagen, bij de Romeinen 29 of 31 dagen, behalve Febr. met 28 dagen. Oorspr. werd die 13e maand vrij onregelmatig ingelascht, later werden soms regels vastgesteld. De beste is wel de zgn. regel van Meton (➝ Meton-cyclus), die in de 5e eeuw v. Chr. bij de Babyloniërs en de Grieken werd ingevoerd, in de 2e eeuw v. Chr. bij de Chineezen. De Egyptenaren hadden al in de oudste ons bekende tijden het verband tusschen de lengte van de m. en de maanbeweging verbroken en hadden 12 m. van 30 plus 5 extra dagen [➝ Egypte (sub Egyptische astronomie)]. De lengte van onze m. is vastgesteld door Julius Caesar. Ook hier is geen verband meer met de maanbeweging. In de astronomie worden nog verschillende maanperioden m. genoemd, die bepaald worden door den periodieken terugkeer der maan tot een der volgende punten:

1° Een punt, dat vaststaat t. o. v. de groote massa der vaste sterren: siderische m. De lengte is gemiddeld 27 dagen, 7 uur, 43 min, 11,5 sec.
2° Een snijpunt van de schijnbare maanbaan met den aequator. Omdat de aequator in de ruimte beweegt (precessie), is deze tropische m. gemiddeld 7 sec. korter dan de siderische.
3° Een knoop der maanbaan, d.i. een der snijpunten van de maanbaan met de ecliptica; d.i. de draconitische m. = 27 dagen, 6 uur, 5 min, 36 sec.
4° De terugkeer tot het perigaeum, d.i. het punt, waar de maan het dichtst bij de aarde staat, duurt 27 dagen, 13 uur, 18 min, 33 sec, en deze periode heet anomalistische maand.
P. Bruna.
B) In de middeleeuwsche iconographie vindt men de maanden van den ➝ kalender in verband met den ➝ dierenriem vaak voorgesteld onder een bepaalde werkzaamheid van den mensch (Getijdenboeken van Thielman-Kerver; ook op mozaïekvloeren, o.a. te Aosta en op de misericordes van Eng. en Fr. koorbanken). Soms gelden de 12 Apostelen als de hoofden der 12 m. Voorbeelden in sculptuur vindt men te Souvigny (12e eeuw), Parijs, Chartres, Reims (13e eeuw) e.a.

Lit.: Fowler, Mediaeval representations of the months and seasons (1873); O. Doering, Christl. Symbole; R. van Marle, Iconogr. de l'art profane.

p. Gerlachus.
C) Maandnamen.

De oude landen als Babylon, Syrië, Palestina, enz., enz., hadden elk hun eigen maandnamen. Elke Grieksche stad had haar aparten kalender en haar eigen maandnamen (nog ca. 400 zijn hiervan bekend). Ook de Slaven, de Kelten en de Germanen hadden eerst hun eigen maandnamen, berustend op namen van seizoenen, natuurverschijnselen uit die maand, boomen, enz., maar thans zijn in de voornaamste Europ. talen overal dezelfde maandnamen, omdat deze uit het Latijn zijn overgenomen, daar de kalenderhervorming van Caesar overal ingang vond. Bij de Romanen zijn zelfs geen sporen van oudere plaatselijke maandnamen meer over, terwijl ook de oude Ned. namen als Sprokkelmaand, Louwmaand, Bloeimaand, zeldzaam zijn. De pogingen van Karel den Grooten om de maandnamen te verduitschen hebben geen succes gehad, ook hebben de maandnamen, ingevoerd door de leiders der Fr. Revolutie (Germinal, Thermidor, enz.), slechts kort geleefd. De etymologie van de (oorspr. Lat.) maandnamen is niet altijd bekend, bijv. niet van Mei en Juni; Juli en Augustus zijn genoemd naar Gajus Julius Caesar en Augustus en heetten dan ook vroeger Quinctilis (= 5e) en Sextilis (= 6e). Zoo beteekenen September, October, November en December resp. 7e, 8e, 9e en 10e maand. Hieruit blijkt, dat het jaar bij de Romeinen in Maart (Mars is de oorlogsgod) begon. Zie de afzonderlijke maandnamen. Weijnen.