Graafschap in Midden-Engeland (XII 512 nrs. 32, 33, 34), ten O. begrensd door de Noordzee en de Washbaai. Bodem grootendeels laag en vlak, vruchtbaar, aan de kust moerassig, met twee hoogere gebieden: de Lincoln Heights en de Lincoln Wolds. Voornaamste rivieren: Humber, Trent, Witham, Welland.
Middelen van bestaan: veeteelt (o.a. race-paarden; zie ook →Lincolnschaap), landbouw; industrie; fabricage van landbouwmachines, steenbakkerijen. G. de Vries.