Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lincoln

betekenis & definitie

1° Hoofdstad van het Eng. graafschap →Lincolnshire aan de Witham (XII 464 F5), het Romeinsche Lindum Colonia, het eindpunt van de Fosse Way, den weg van Lincoln naar Bath en Exeter. Ca. 66.000 inw. Marktstad met eenige industrie van landbouwwerktuigen.

Op een steilen heuvel ligt de (thans Anglic.) kathedraal, waarvan de bouw in 1075 is begonnen, een der mooiste kerken van Gr. Brittannië in Normandisch-Gothischen stijl; kapellenkrans uit 15e 16e e.; prachtige koorstoelen en misericordiae; twee stompe, 55 m hooge voortorens; de middeltoren draagt een 5,5 t zware klok (Tom of Lincoln). G. de Vries.2° Hoofdstad van den N. Amer. staat Nebraska aan de Salt Creek in het O. van den staat; ca. 76.000 inw. (1930). Handels- en industriestad (vnl. levensmiddelenindustrie) met goede spoorwegverbindingen. De University of Nebraska (staatsuniv.) had in 1934-’35 8.254 studenten. Comijn.