Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lichaamscultuur

betekenis & definitie

De ziel en het lichaam zijn de wezenlijke bestanddeelen, waaruit de mensch tot een eenheid is opgebouwd. Niet de ziel is mensch, niet het lichaam is mensch, maar het uit deze beide elementen samengevoegde geheel is mensch. Deze eenheid-van-wezen toont zich noodzakelijk in al de werkingen, die uit dit wezen voortvloeien; van de diepste verstandswerking tot de meest-eenvoudige handbeweging.

Voor alle menschelijke levensuitingen is noodig: een ziel en een lichaam. Men kan bijgevolg nooit de ziel of het lichaam afzonderlijk laten optreden, noch ook een dezer twee afzonderlijk beïnvloeden; noodzakelijk en dus altijd zal men met het lichaam tegelijk de ziel benaderen en omgekeerd. Richt deze invloed zich nu uitsluitend op de ziel (men spreekt dan van ziels- of geestescultuur), dan zal die toch door het lichaam moeten ontvangen worden en vervolgens zal het lichaam den terugslag van dien geestes-invloed ondergaan.

Richt deze invloed zich uitsluitend op het lichaam (men spreekt dan van lichaamscultuur), dan moet men zich daarbij rekenschap geven van het feit. dat deze toch door den geest moet worden gedirigeerd en dat het verloop van dien invl. ook door den geest wordt ondergaan.Sluit men bij regelmatige beïnvloeding van het menschelijk wezen (samen te vatten in het begrip: opvoeding of beschaving) een der beide wezenlijke bestanddeelen systematisch uit, dan ontstaat een onevenwichtigheidstoestand, die een zekere ontaarding van het menschelijk wezen beteekent en die naargelang van het verwaarloosde wezenselement en het min of meer der verwaarloozing, leidt naar het type van den verstands-maniak of naar dat van den bruten spierkrachts-mensch. De minst gevaarlijke eenzijdige beïnvloeding van den mensch is die, welke zich richt tot de ziel, aangezien deze zoo hoog boven haar medebestanddeel, het lichaam, verheven is.

Spreekt men van lichaamscultuur in den juisten zin, dan kunnen daarmee twee invloedssferen bedoeld zijn:

1° De compensatie-invloed, noodzakelijk geworden ten gevolge van lichamelijke gebreken of van eenzijdige geestescultuur (heilgymnastiek, massage, en verder het geheele gebied der therapie; alle vormen van doelbewuste lichamelijke oefeningen, ook gewone gymnastiek en alle vormen van lichamelijke sport-beoefening);
2° Doel-bewuste beïnvloeding van den totalen mensch, aangrijpend bij het lichamelijk wezensbestanddeel (alle menschwaardige arbeidsvormen; werkschoolmethode van Kerschensteiner en Ligthart, handenarbeid als opvoedings-element, alle spelvormen, die ten doel hebben iets geestelijks uit te drukken door middel van het lichaam, als tooneelspel, dans, enz.).

In het maatschappelijk milieu, waarin wij leven en dat zulk een grooten nadruk legt op geestescultuur, is het vanzelfsprekend, dat aan de invloedssfeer der lichaamscultuur als sub 1° vermeld, de voornaamste plaats wordt ingeruimd. Toch dient men zich van de mogelijkheid als sub 2° genoemd, terdege rekenschap te geven en naar een gunstig milieu daarvoor te streven.

Lit.: Fr. Walter, Der Leib und sein Recht im Christentum (1910); Vom Wert des Leibes in Antike, Christentum und Anthropologie der Gegenwart. Beiträge: Bernhart, Schröteler, Ternus, Muckermann (1936); E. Schneider en H. Winter, Körperkultur und hraueneeele 1982); Will. Lockington S. J. en Kuble S. J., Durch Körperbildung zur Geisteskraft (41927). Tijdschriften : R. K. Vakblad voorlichamel. opvoeding ; Ned. tijdschr. v. heilgymnastiek en massage ; Leibesübungen und körperl. Erziehung. Morel.