Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Leger des Heils

betekenis & definitie

(Eng.: Salvation Army), godsdienstige en charitatieve organisatie, gesticht door William → Booth, sinds 1865 in Londen werkzaam, in 1878 onder den tegenw. naam in militairen vorm gereorganiseerd en bestemd voor geheel de wereld; tot 1912 door B. als generaal bestuurd, vanaf 1934 door diens dochter Evangeline (* 1865) als zijn derde opvolgster. Doel: de godsdienstige verheffing van vooral de laagste rangen der maatschappij, speciaal van hen, die met geen Kerk meer in contact komen; de uitgebreide sociale werkzaamheid is daartoe een middel. Het L. werkt vooral in steden onder de arbeiders.

Het heeft zich, ofschoon dit oorspronkelijk niet in de bedoeling lag, ontwikkeld tot een zelfstandige godsdienstige organisatie. Volgens het stichtingscharter veronderstelt het bij zijn leden het aanvaarden van: het bestaan van God, de H. Drievuldigheid, van Gods Menschwording en de Verlossing door Christus’ lijden, de bekeering door de genade, het goddelijk karakter van de H.

Schrift. Het heeft verder eigen godsdienstoefeningen, bestaande uit preek, gezang, gebeden en het afleggen van bekeeringsgetuigenissen; daarbij komen eenige godsdienstige plechtigheden i.p.v. de Sacramenten; de leden zijn echter vrij deze elders te ontvangen. De sociale activiteit is uiterst gevarieerd; in de tehuizen voor ongehuwde moeders, meisjes en kinderen, logementen en nachtasyls, landkolonies en andere inrichtingen voor werkverschaffing wordt iedereen opgenomen, en door de barmhartigheidsposten (voor hulp in huishouding, bij zieken en stervenden) en middernachtzending iedereen geholpen zonder onderscheid van godsdienst.

De wijze van optreden: de preektrant (waarbij dogmatische disputen zooveel mogelijk worden vermeden), schrijfwijze in de pers, het veelvuldig gebruik van kopermuziek en zang, enz. geven bewijs van een gezonden kijk op de volkspsyche.Het L. wordt bestuurd door gesalarieerde officieren, zoowel mannen als vrouwen, die uit de mindere rangen zijn voortgekomen en speciaal opgeleid; zij worden bijgestaan door de soldaten (muziek en zangl) en vrijwillige medewerkers (zgn. locale officieren); de officieren onthouden zich van alcohol en tabak. Het hoofdkwartier is gevestigd te Londen, waar de generaal en de stafchef de algemeene leiding verzorgen en o.a. alle officieren benoemen. De wereld is verdeeld in territoria; deze (zoo noodig in divisies en) in corpsen, d.w.z. de plaatselijke posten; de sociale inrichtingen echter worden gecentraliseerd bestuurd vanuit het territoriale hoofdkwartier, dat ook voor de financiën, statistieken en publicaties zorgt (hoofdorgaan de War Cry of Strijdkreet). In 1936 waren er 88 territoria, 16.776 korpsen, 26.204 officieren (waarvan 4.318 voor sociaal werk in 1.607 inrichtingen), 113.503 plaatselijke medewerkers en 135 periodieken. Nederland (hoofdkwartier Amsterdam, comm. Bouwe Vlas) telt 117 korpsen en 643 officieren, waarvan 182 in 44 sociale inrichtingen. Ned.-lndië (hoofdkw. Bandoeng, comm. de Groot) heeft 170 korpsen, 45 sociale inrichtingen (o.a. leprozenhuizen) en 296 officieren. België (subterr.; hoofdkw. Brussel, majoor Cachelin) heeft 23 korpsen, 7 sociale inrichtingen en 52 officieren; bovendien werken 6 off. in Leopoldstad (Kongo).

In de beoordeeling van het L. moeten wij helaas betreuren, dat het de menschen niet brengt tot het ware geloof en de ware Kerk; dit is een beletsel voor samenwerking. Dit neemt niet weg, dat ook de Katholieken dikwijls een voorbeeld kunnen nemen aan de belangelooze opoffering van de officieren van het Leger des Heils.

Lit.: The Salvation Army Year Book (off. jaarlijksche publ. met statistieken). Verder: de werken van gen. Booth, vooral In Darkest England and the way out. Van Kath. zijde: Algermissen, Konfessionskunde (blz. 643-666). Pauwels.