Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Konstantinopel

betekenis & definitie

(Arabisch : Istanboel),

1° Turksch wilajet, in Europa en Azië; opp. ca. 5 500 km2, ong. 700 000 inwoners, w.o. 64% Moh., 16% Gr. Orth., 6,6% Joden, 3,2% Kath.
2° Hoofdstad van het wilajet K. (III 672 H4), grootste stad van Turkije met ong. 700 000 inw. (waarvan 50 % Turken, de rest Grieken, Armeniërs, Joden). De stad ligt zeer gunstig aan het Zuideinde van den Bosporus en de Zee van Marmora, alwaar de landweg van Europa naar Azië overgaat. Het vastelandsklimaat heeft groote amplitudo’s (Jan. 5,2° C., Aug. 23,6° C). Regenval 73 cm; het meest valt de regen in den winter; sneeuw is niet zeldzaam. Langs den „Gouden Hoorn”, een liman van den Bosporus, ong. 7 km lang en 1 km breed, werd de stad opgebouwd. Ten Z. ervan Stamboel, de stad der Turken, ten N. ervan Galata en Pera, de woonplaatsen der Franken (hieronder worden verstaan: W. Europ. Christenen). Tallooze kleinere vestigingen strekken zich langs de oevers uit tot aan de Zwarte Zee, alle schitterend gelegen op de vele heuvels, uit Devoonsche leien en Tertiaire kalk bestaande. Ook de Aziatische zijde is bebouwd (Skoetari). De talrijke bronnen en de vele moskeeën (→ Aya Sophia, Soleiman- en Bajazetmoskee en vele andere), de grootsche paleizen (bijv. Jildiz-Kiosk) en levendige winkelbuurten (Groote Bazar) zijn even zoo vele bezienswaardigheden. Industrie is er weinig aanwezig, de handel is zeer belangrijk (tapijten, wol, zijde, opium, enz.). Naast bibliotheken en een oudheidkundig museum is er een groote universiteit, een academie voor kunst, en hoogescholen voor handel, techniek, landbouw enz.

Lit. : Baedeker, K. und Kleinasien (21914); Schrader, K. (1917); Kleibömer, Das K. von hente (1919); Taschenführer durch K. (1929). Heere.

Voor de kunst in het oude Konstantinopel (Byzantium), → Byzantijnsche kunst. Zie verder → Islam [sub C (kunst)], en afb. I, 3 en 4 op de plaat t/o kol. 289 in dl. XIV.

Geschiedenis.

K. werd in 658 v. Chr. als Dorische kolonie gesticht cn Byzantium genoemd; ontwikkelde zich snel dank zijn gunstige ligging aan den zeeweg van de Zwarte naar de Middellandsche Zee en tevens aan den landweg van Europa naar Klein-Azië, maar zijn eigenlijke grootheid begint, als keizer Constantijn de Groote het tot nieuwe hoofdstad van het keizerrijk maakte, „Nova Roma”, en in 330 tot keizerlijke residentie. Van dan af is de naam Constantijns-stad: Constantinopolis. Bij de scheuring van het Romeinsche Rijk in een Westelijke en een Oostelijke helft, werd liet in 395 hoofdstad van het Oost-Romeinsche rijk, en als zoodanig speelt het een voorname rol in de geschiedenis van de M.E., met name als bolwerk tegen de invasie van den Islam in Europa, en als middelpunt van zoo goed als alle kerkelijke verwikkelingen en geloofsgeschillen, die met het Oostersche Schisma verband houden. De kerkelijke twisten verliepen er weinig glorieus. En de bedreiging door de Mohammedanen werd op den duur niet gekeerd: daarvoor was de binnenlandsche onrust te groot. Zelfs de steun uit het Westen door de Kruisvaarders werd door keizer en inwoners weinig gewaardeerd, en toen ten slotte er in 1204 een Latijnsch Rijk was gesticht onder Boudewijn van Vlaanderen, werd de toestand niet beter. In 1261 nam de dynastie van de Paleologen de teugels van het bewind weer in handen en bereidde door haar zwakheid den ondergang voor. In 1453 werd de stad door Mohammed II ingenomen en verdween met het Byzantijnsche Rijk K. als cultuurcentrum. de Brouwer

Op 29 Mei 1453 werd K. de hoofdstad van het Turksche Rijk en de zetel van het kalifaat → Turkije. Sinds de 18e eeuw werd K. begeerd door Rusland, dat te K. de Orthodoxe kerk wenschte te zien triomfeeren. Tegenstand van Turkije en West-Europa verhinderde Rusland zijn voornemen uit te voeren; in den Balkanoorlog 1912-’13 was Bulgarije tot vlak voor K. opgerukt en in den Wereldoorlog hebben Eng. en Frankrijk aan Rusland de verovering van K. toegezegd, doch de Russ. revolutie verhinderde wederom de uitvoering. Van 1918 tot 1920 hebben Frankrijk en Engeland K. bezet, doch de stad bleef deel uitmaken van Turkije en is sedert de verplaatsing van den regeeringszetel naar Ankora, op 13 Oct. 1923, geen hoofdstad meer. v. Son Lit.: Schrader, K.’s Vergangenheit und Gegenwart (1917); Muller, The Ottoman Empire and its Successors.

Patriarchaat van Konstantinopel. Volgens de legende (die waar kan zijn) werd de Kerk van Byzantium gesticht door den apostel Andreas, die er zijn leerling Stachys als eersten bisschop aanstelde. Toen Byzantium door Constantijn werd omgeschapen in de wereldstad K. was de bisschop suffragaan van den metropoliet van Heraclea (aan de Zee van Marmora).

Feitelijk werd de kerk van K. echter het centrum van het Oosten ook op kerkelijk gebied en steeg het in beteekenis uit boven de aloude patriarchale zetels van Alexandrië en Antiochië. Daarom is het heel begrijpelijk, dat men op de alg. concilies van K. (381) en Chalcedon (451) den eersten rang opeischte na Rome. Dit werd door Rome geweigerd op grond van de oude rechten der apostelkerken Alexandrië en Antiochië, maar feitelijk was K. nu onafhankelijk van Heraclea. Een heilige als Joannes Chrysostomus regelde als patriarch van K. kerkelijke aangelegenheden in den Balkan en Klein-Azië en nog verder. Practisch werd dan ook de patriarch van K. als de voornaamste kerkvorst van het Oosten beschouwd. Die machtspositie, verbonden met afhankelijkheid van het hof, geldt als een der voorbereidende factoren van het Grieksche Schisma.

Het patriarchaat omvatte een groot deel van het Oosten. Sinds de scheuring van 1054 staat de patriarch aan het hoofd der geheele Grieksche Kerk en in de 11e eeuw stond Rusland kerkelijk onder K. Het patriarchaat bleef voortbestaan ook na den val van K., maar behalve Rusland zijn later ook de kerken der Balkanstaten geleidelijk autocephaal geworden.

Toen in 1204 het Byzantijnsche Rijk tijdelijk in de macht der Westersche Christenen kwam (→ Latijnsch keizerrijk), werd in 1205 ook een Latijnsch patriarchaat te K. gevestigd. Met de herovering van K. in 1261 door de Byzantijnen hield ook dit Lat. patriarchaat feitelijk op te bestaan. De titel bleef echter toegekend aan bisschoppen, die te Rome resideerden. Sedert 1631 hebben deze titulair-patriarchen van K. een patriarchaal vicaris, die te K. het bestuur voert over de Latijnsche Christenen en die tevens apostolisch gedelegeerde is voor de Oostersche Geünieerden.

Lit.: Dict. Théol. Cath. (III, 1307-1519); Pargoire, l’Eglise byz. 527-847 (1905); Janin, Les églises séparées de l’Orient (1930); Seppelt, Papsttum u. Byzanz (1904).

Concilies.

In K. zijn de volgende algemeene concilies gehouden:

Het 2e in 381 tegen Semi-Arianen, Pneumatomachen, Photinianen enz. Hier werd het Symbolum Nicaeno-Constantinopolitanum opgesteld, dat met eenige wijzigingen het Credo der II. Mis geworden is. Rome erkende de dogmatische, maar niet de disciplinaire besluiten.

Het 5e alg. conc. in 553 door keizer Justinianus bijeengeroepen en, na lang aarzelen, door paus Vigilius erkend. → Driekaptitelstrijd.

Het 6e alg. conc. in 680-681 tegen het → Monotheletisme. Door paus Leo II bekrachtigd.

Het 8e alg. conc. in 869-870 tegen Photius, waarom het uiteraard niet erkend wordt door de Schismatieken, die tot op heden alleen de eerste zeven concilies erkennen.

Daarnaast werden er verschillende particuliere synoden gehouden.

Lit.: Dict. Théol. Cath. (III, 1227-1307); Hefele-Leclercq, Hist. des Conciles (passim). Franses