Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Klei

betekenis & definitie

noemt men het fijnkorrelige (pelietische) bezinksel uit het water van rivieren, meren en zeeën. K. bestaat uit een innig mengsel van amorphe waterhoudende aluminium-silicaten (hydrogelen) en uit gekristalliseerde mineralen. Deze bestanddeelen stellen voor de resten van de atmosferisch verweerde aluminium-silicaathoudende mineralen van de gesteenteschaal der aarde.

De gekristalliseerde mineralen zijn vooral muskoviet, chloriet en epidoot. Vette kleien zijn arm aan kwartskorrels, magere kleien (zavelgronden) rijk aan kwartskorrels. Kleien rijk aan kalkspaat noemt men mergels.

De chemische samenstelling van het amorphe deel van de k. is wisselend, zij komt echter ong. met die van kaolien overeen. De samenstelling van het gekristalliseerde deel van de k. is afhankelijk van den aard en de hoeveelheid van de bijgemengde kristallen.Aan den amorphen colloïdalen toestand van een belangrijk deel van de k. dankt deze haar absorptievermogen voor water en basen, van welke eigenschap bij de bemesting gebruik wordt gemaakt. De kleur van de k. is afhankelijk van de bijgemengde calcium- en ijzeroxyden en vooral van den ferri- of ferro-toestand, waarin het ijzer verkeert. Kleien rijk aan humus zijn donker van kleur. De grootte van de korrels wisselt bij k. van kleiner dan 0,002 mm tot 0,2 mm. Korrels grooter dan 0,2 mm behooren reeds tot de zandfractie van den bodem. ➝ Korrelgrootte. IJzerarme klei wordt gebruikt in de steenbakkerijen (bij ijzergehalte blijft de kleur van de gebakken klei bruin), voor de vervaardiging van grof aardewerk en dakpannen.

Voor roode diepzeeklei, ➝ Slik (roode diepzee-). Zie verder ➝ Kleigrond.

Lit.: Hissink, Klei. Versl. v. h. Geol. Mijnbouwk. Genootschap (Geol. sectie III 1925, 87).

Oosterbaan Gebruik in de beeldhouwkunst. Klei of leem is, na gereinigd en door bevochtiging met water in een weeken toestand te zijn gebracht, een min of meer plastisch materiaal, m.a.w. geschikt om samengedrukt, gekneed en vervormd te worden, en alzoo een bij uitstek goed materiaal voor kunstenaars om aan hun verbeelding vlug en in een tot wijzigingen geschikte stof uiting te geven. Er bestaan verschillende soorten klei zoowel wat kleur als eigenschappen betreft. Men spreekt van magere, vette en korte klei. Na het drogen van het kleiproduct kan men dit in een oven tot steen bakken. De temperatuur, waarmede men klei bakt, heeft invloed op het baksel. De rood gebakken aarden (terra cotta) bloempot is het eenvoudigste en bij ieder bekende product, ontstaan uit klei, gedraaid door de handen van den pottenbakker, gedroogd en in den pottenbakkersoven gebakken. Door het mengen van verschillende kleisoorten kan men deze veredelen.

De modeleur of beeldhouwer gebruikt de klei om er zijn plastische ontwerpen in te maken, maar is gedwongen om, indien hij zijn klei kneedbaar wil houden, deze steeds te bevochtigen. Ook hij kan zijn werk na drogen laten bakken (terra cotta), maar moet dan zorgen, dat geen bewapening (armatuur, harnachement) in de klei aanwezig is, want klei krimpt ca. 10 % en het armatuur zou dan de oorzaak worden, dat zijn werk gaat scheuren.Vgl. ➝ Kleibeeldje.

Etienne.