Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kaolien

betekenis & definitie

of porceleinaarde (mineral.), mineraal, in zuiveren toestand wit, aardachtig en los, in vochtigen toestand meestal plastisch. Chemisch is k. een waterhoudend aluminiumsilicaat. → Kaoliniet.

K. wordt gevormd bij de verweering van gesteenten, die veldspaten of zgn. veldspaatvervangers als nephelien en leuciet bevatten. De voornaamste hiervoor in aanmerking komende gesteenten zijn graniet, trachiet en phonoliet.

Bij de bovengenoemde verweering gaat alle kalium en het grootste deel van het kiezelzuur in oplossing, terwijl ook het magnesium, calcium en ijzer als bicarbonaten in het koolzuurhoudende regenwater worden weggevoerd. De overblijvende massa heeft ongeveer de samenstelling van kaoliniet.

Dit verweeringsproces duidt men aan met kaolinisatie. Of dit proces alleen onder den invloed van het koolzuurhoudende water van de atmosfeer plaats grijpt, of dat ook vulkanische en postvulkanische processen een rol spelen, is niet zeker. Voor het k. van Halle en Meiszen (Duitschland) is aangetoond, dat het door de inwerking van venen op porfier is ontstaan.

Uit graniet ontstaan is het k. van Cornwall, Z. Engeland, van Schneeberg in Saksen en van Karlsbad in Bohemen, uit gneis het k. van Limoges, Frankrijk.

De naam is afkomstig van de Chineezen (naar den berg Kau-ling), die het eerst k. voor de porceleinbereiding gebruikten. Voor de porceleinbereiding gebruikt men het zuiverste k., dat aan een slibbingsproces wordt onderworpen, om het vooral van glimmer vrij te maken.

Dikwijls worden de mineralen orthoklaas, kwarts en gips bijgemengd. Minder zuiver k. wordt o.a. verwerkt als vuurvast aardewerk.

Veel k. wordt gebruikt voor het vullen van papier voor dagbladen enz. Oosterbaan.