Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kabinet

betekenis & definitie

1° Kleine werkkamer naast grootere vertrekken, meer algemeen elke kleine kamer.

2° Kamer, waar kunstverzamelingen en andere kostbaarheden bewaard worden; deze beteekenis werd uitgebreid tot de plaats, waar openbare verzamelingen van een bepaald soort voorwerpen van kunst of wetenschap ondergebracht zijn; zoo spreekt men van penning-, prenten-, naturaliënkabinet.
3° In de meubelkunst ook kunstkabinet of scribaan. Rijkbewerkte kast, die op hoogen voet rust en met inlegwerk van paarlemoer, schildpad, ivoor, koper, zilver en halfedelgesteenten versierd is; ook worden er soms kleine schilderstukjes op koper of marmer in verwerkt. De talrijke hokjes en schuiflaadjes dienen tot het bergen van kleinodiën. Van Spaanschen en Ital. oorsprong werd het k. tijdens de 17e eeuw o.m. veel vervaardigd in Z. Nederland (Antwerpen). In de 18e eeuw krijgt het grootere afmetingen en wordt de voet vervangen door een reeks schuifladen, vaak in gebogen vorm, terwijl i.p.v. de vele vakjes enkele planken achter dubbele deuren komen.

V. Herck.