Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kaars

betekenis & definitie

(➝ Lat. cereus = waskaars)

1° Verlichtingsmiddel, vroeger vnl. uit ➝ bijenwas, tegenwoordig uit stearine en/of paraffine bestaand. Stearine is een mengsel van wisselende samenstelling van vaste ➝ vetzuren, in hoofdzaak stearine- en palmitinezuur. Men verkrijgt het door koude persing van vnl. talken palmolievetzuren. Smeltpunt ca. 50° C. Dit gesmolten mengsel wordt in gietmachines, waarin de getwijnde pit in het midden van een vorm gespannen is, gegoten en afgekoeld. Stearinekaarsen bevatten enkele % paraffine om het kristalliseeren en het aan den vorm kleven der kaars tegen te gaan.

Scheffers. In de Christelijke symboliek verzinnebeelden de twee kaarsen op het altaar Jodendom (links) en Heidendom (rechts). De brandende k. is een symbool van den dood; ook attribuut van den H. Blasius; zeven k. verzinnebeelden de zeven gaven van den H. Geest. Drie k. uit één k. voortkomend (Triker), gebruikelijk op Paaschzaterdag, geldt als symbool der eenheid van het Goddelijk Wezen en de Drievuldigheid der Personen, alsook van de gelijkheid in wezen der afzonderlijke Personen (tegen ➝ Arianisme); de k. moeten eigenlijk in de hoeken van een gelijkzijdigen driehoek zijn opgesteld. Een kandelaar met twee k. (Diker), gebruikelijk in den Griekschen pontificaalritus, is een symbool van de goddelijke en menschelijke natuur van Christus (tegen ➝ Monophysitisme van ➝ Eutyches); zijn de k. onder samengesmolten, dan duidt dit op een afwijzen van de leer van ➝ Nestorius, als zouden er in Christus twee Personen zijn. Het kaarslicht is een symbool van ons geloof in en onze liefde tot God; ook een symbool van God zelf (overeenkomstig I Joh. 1.5) en Christus (overeenk. Joh. 8.12).

Lit .: J. Sauer, Symbolik des Kirchengebaudes (21924). Voor de Ned. Primitieven zie K. Smits, Iconografie v. d. Ned. Primit. (1933).

p. Gerlachus. Liturgie. Kaarsen van was, talk enz. gebruikten reeds Etrusken en Romeinen zoowel voor practische als symbolische doeleinden. Zoo ook de Kerk, in het Westen zeker sinds de 3e, in het Oosten sinds de 4e eeuw; eerst in de doodenliturgie en reliekenvereering, dan bij de H. Mis: links en rechts vóór het altaar, sinds 12e eeuw geleidelijk erop, oorspr. 7, later in getal bepaald volgens den feestrang. Brandende k. gebruikt men heden bij de toediening van meerdere sacramenten en sacramentaliën (bijv. kerk- en kerkhofwijding), bij stervenden en dooden, bij relieken en heiligenbeelden, voorts bij uitstelling van het Allerheiligste, bij processies, enz. Haar gehalte aan bijenwas is vastgesteld volgens haar verschillend gebruik. Deze was dient gebleekt te zijn, behoudens voor k., gebruikt bij rouwplechtigheden (➝ Triduum sacrum).

Kaarsoffering of kaarsofferande heeft plaats bij de H. Wijdingen (in Rome sinds 9e eeuw), later ook bij abts-, abdis- en maagdwijding; de overreiking der k. door de wijdelingen aan den bisschop geschiedt heden na het offertorium, vroeger in den vooravond.

Kaarswijding geschiedt op 2 Februari (➝ Maria-feesten, sub: Maria-Lichtmis), voorts op St. Blasiusdag enz. Zij is niet verplicht.

Louwerse. [i][/i]

2° Eenheid van lichtsterkte. In Duitschland wordt gebruikt de ➝ Hefnerkaars (zie aldaar), in Frankrijk, Engeland en Amerika de internationale k., die gelijk is aan 1,1 Hefnerkaars. De intern, k. wordt gegeven door een pentaanlamp van bepaalde constructie.