Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jaarringen

betekenis & definitie

A) Jaarringen in hout. In gematigde gebieden met afwisseling tusschen winter en zomer vormt het cambium, dat zich in stam en takken van boomen bevindt op de grens van hout en bast, in het voorjaar groote, dunwandige houtelementen en in het najaar kleine, dikwandige cellen met overgangen daartusschen in den zomer [→ Aanwas (boschb.)].

In den winter staat de werkzaamheid van het cambium stil. De scherpe grenzen tusschen najaarshout en voorjaarshout van opeenvolgende jaren, die op de doorsnede van stam en takken als concentrische strepen te zien zijn, worden j. genoemd. ➝ Hout.

Alleen in het zeldzame geval, dat de bladeren door een of andere oorzaak vroeg afvallen en de knoppen voor een tweede maal gaan uitloopen, worden wel eens twee j. per jaar gevormd. In tropische gebieden met een gelijkmatig klimaat vertoonen de boomen geen jaarringen. MetsenB) Jaarringen in steenzout meende men o.a. te herkennen in het zgn. Oude Steenzout van de beroemde zoutmijn van Stassfurt bij Maagdenburg in Duitschland. Dit dik pakket van gelaagd ➝ steenzout wordt om de 8-10 cm door 5-7 mm dikke laagjes van anhydriet afgewisseld. Men heeft wel aangenomen, dat iedere onderbreking in het profiel overeenkwam met een natte periode, die den verderen neerslag van steenzout belette, terwijl in de daarop volgende droge periode eerst het moeilijker oplosbare anhydriet, dan het gemakkelijker oplosbare steenzout werd afgezet. Oosterbaan.