In de suikerfabriek en ook in de raffinaderij wordt dikwijls het woord i. of kortweg invert gebruikt voor de reduceerende suikers en andere Fehling’s proefvocht reduceerende stoffen, die in de sappen, tusschenproducten of eindproducten voorkomen. De aanwezigheid van i. in de tusschenproducten brengt moeilijkheden in de fabricage mede en behoort zooveel mogelijk te worden vermeden.
Suiker uit beetwortelen bevat in het algemeen zeer weinig i.; die uit riet is gewoonlijk daarvan niet geheel vrij. Indien de suiker gebruikt wordt voor verdere verwerking in industrieele producten, levert de aanwezigheid van i. in sommige gevallen bezwaren op.
Bij gebruik voor directe consumptie wordt soms de aanwezigheid van i. (bijv. in basterdsuiker en daarop gelijkende producten) als een voordeel beschouwd, daar deze een gunstigen invloed kan hebben op den smaak van het product. P. J.
H. v. Ginneken
