Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Intonatie

betekenis & definitie

1° (muziek) het aangeven der tonen, het inzetten der stemmen (vgl. → Intonatiestoringen). In de liturgie in het bijzonder de aanhef, door celebrant of cantores, van verder door het koor uit te voeren liturgische zangstukken.

I. heet ook de definitieve afwerking van muziekinstrumenten, inzonderheid wat betreft het afstemmen, het egaliseeren van de toonqualiteit, het directe aanspreken, enz. Vooral bij nieuw gebouwde orgels is de i. een zeer belangrijke en omvangrijke functie, die niet alleen groote vakkennis, maar ook een fijne intuïtie vereischt. Bij de i. kan een orgelmaker zich als kunstenaar laten gelden.

Lit. Vgl. o.m. in : Ch. Mutin, L’Orgue, de hfst: Embouchage et langueyage ; en in Éncycl. de la musique (2e partie, tome II, Parijs 1926), hfst. Mise en harmonie.

2° (Philologie). In het algemeen het verloop van de toonhoogte in woord en zin. Voortdurend wisselend naar den aard van het gesprokene en de juiste opvatting van den spreker, en daardoor een van de fijnste en scherpst reageerende syntactische middelen waarover de taal beschikt (logische, emotioneele i.). Sommige zinstypen, als vragen, uitroepen enz., vertoonen geheel eigen intonatievormen. Wils