(folklore) heette het volksfeest, waarbij een nieuwe vorst door de steden gehuldigd werd bij eerste komst: de blijde inkomst. Een stoet van magistraat, geestelijkheid, schutters en gilden trok hem met muziek tegemoet.
Geld werd onder het volk gestrooid: strooipenningen; kronen hingen over de wegen; ’s avonds brandden pektonnen. In den rederijkerstijd hadden vertooningen plaats: allegorische tafereelen, ook wel komische voorstellingen.Vgl. ➝ Inkomen aan de lijn. Zie ook ➝ Joyeuse entrée.
Ook thans worden nog in vele plaatsen een nieuwe pastoor of burgemeester feestelijk de gemeente ingehaald.
Knippenberg[i][/i] Lit.: J. ter Gouw, De Volksvermaken (1871, 417-422)