Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Infanterie

betekenis & definitie

Met draagbare wapenen uitgeruste troepen, welke het gevecht te voet voeren. Haar taak bestaat in het met behulp van de andere wapens (cavalerie, artillerie, genie, vliegtuigen) bij den aanval vernietigen of verdrijven van den vijand; en bij de verdediging in het handhaven van de ingenomen stelling.

Zonder die hulp der andere wapens zal de i. slechts bij uitzondering haar opdracht kunnen volbrengen. In het bijz. is voor haar in het gevecht een nauwe samenwerking met de artillerie onontbeerlijk.

Aangezien zij zoowel door haar beweegbaarheid als door vuur- en blanke wapenen, het eenige wapen is, dat in elk terrein en bij elke weersgesteldheid op den vijand kan inwerken, is zij het, die het gevecht beslist. Zij draagt de grootste ontberingen en de grootste vermoeienissen.

Zij is het meest aan het vijandelijke vuur blootgesteld en lijdt daardoor de grootste verliezen. Zij plukt echter ook het eerst de vruchten van de overwinning.De i. vormt de hoofdgroep in de organisatiën der weermachten.

Behalve met haar bewapening, bestaande uit geweren, pistolen, handgranaten, lichte en zware mitrailleurs, geweergranaten, mortieren, tankgeweren en infanteriegeschut, is zij uitgerust met helm, gasmasker, pioniergereedschap en verbindingsmiddelen. In den Wereldoorlog was zij bij de oorlogvoerenden ook uitgerust met vlammenspuiten. A.

Lohmeijer.