Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hardheid

betekenis & definitie

Hardheid - 1° van Röntgenstralen, → Röntgenstralen.

2° Hardheid van vaste stoffen. Het is zeer moeilijk het begrip hardheid zoowel te definieeren, d.i. verband te leggen met andere physische eigenschappen, als haar te meten.

In de mineralogie maakt men gebruik van de krasproef: een lichaam, dat een ander krast, is harder dan dit laatste. Hiermede komt men echter niet veel verder dan tot een qualitatief inzicht, al kan men door vaststellen van een schaal den hardheidsgraad in getallen uitdrukken. De in de mineralogie uitsluitend gebruikte schaal van Mohs luidt:

1 talk,
2 gips,
3 kalkspaat,
4 vloeispaat,
5 apatiet,
6 veldspaat,
7 kwarts,
8 topaas,
9 robijn,
10 diamant

Ook hangt veel af van de kracht, waarmee men het krassende voorwerp hanteert. Anderzijds kan men door de kracht te meten, welke op een krassende punt moet worden uitgeoefend, een quantitatieve waarde voor de h. vinden (sclerometer vlg. Seebeck). Voor groote h. heeft men tot andere methoden zijn toevlucht moeten nemen, bijv. het vaststellen van den tijd, noodig om een bepaald volumen weg te slijpen. Uit deze onderzoekingen is gebleken, dat bovenstaande schaal vrijwel logarithmisch is, maar dat 2, 3 en 4 te dicht op elkaar volgen, en dat de sprong tusschen 9 en 10 zeer groot is. Een verbeterde schaal van Mohs zou bijv. aldus kunnen luiden:

1 talk
2 kalkspaat
3 apatiet
4 veldspaat
5 kwarts
6 topaas
7 robijn
8 carborundum
9 wolfraamcarbide
10 diamant

In de metallurgie worden vooral de Brinell- en Rockwell-test gebruikt. Bij de eerste wordt een stalen kogel, bij de tweede een diamanten punt met een bepaalde kracht in het metaal gedrukt; de omgekeerde waarde van de diepte van den indruk geeft de h. aan. Het is duidelijk, dat men hier een andere eigenschap meet dan met de krasproef. Bij deze meet men den weerstand, dien het materiaal biedt tegen het wegbreken van kleine stukjes; men zou van klastische hardheid kunnen spreken. Bij de andere den weerstand tegen blijvende vervorming: plastische h. Als derde komt daar dan bij de elastische h., d.i. de weerstand tegen tijdelijke vervorming. Ook deze wordt in de metallurgie op verschillende wijzen gemeten, bijv. aan de hoogte, waarop een vallende kogel weerkaatst wordt, of aan de demping van een, met een diamanten punt op het opp. rustenden slinger. Zernike

3° Hardheid van water is een uitdrukking voor het kalk- en magnesium-gehalte van water. Men geeft deze h. weer in graden, waarbij er drie systemen zijn. Eén graad Duitsch is 10 mg kalk (CaO) in één liter; één graad Fransch is 10 mg calciumcarbonaat (CaCO3) in één 1; één graad Engelsch is 10 mg CaCO3 in 0,7 1. Bij al deze wordt de magnesia als kalk, resp. calciumcarbonaat berekend. Beide elementen zijn opgelost als bicarbonaten, sulfaten en chloriden; hun hoeveelheid noemt men de totale h. Door koken ontleden de bicarbonaten en slaan als carbonaten neer; de h. neemt dus af met een bedrag, dat tijdelijke h. heet. De rest is de blijvende h. Water tot 8° Duitsch is zacht, 16-30° en meer is hard. Zernike

< >