Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gregoriaansche tijdrekening

betekenis & definitie

Gregoriaansche tijdrekening - De ➝ Juliaansche tijdrekening, die de geheele M.E. door gebruikt was in Europa, had telkens na 3 jaren van 365 dagen een schrikkeljaar van 366 dagen. Het gemiddelde Jul. jaar was dus 365 dagen en 6 uur, d.i. ruim 11 min. te lang.

In de 16e eeuw was deze fout reeds tot 12 dagen aangegroeid. Al vroeger waren voorstellen tot kalenderverbetering gedaan en zelfs besluiten genomen, die echter nooit werden uitgevoerd.

Paus Gregorius XIII, op voorstellen van Lilio, uitgewerkt vooral door Clavius, bepaalde, dat 5 Oct. 1582 zou genoemd worden 15 Oct. 1582. Verder dat elk vierde jaar een schrikkeljaar zou zijn, met uitzondering van de eeuwjaren 1700, 1800 enz. waarvan de eerste twee cijfers niet een veelvoud van vier geven.

Het Greg. jaar is nu nog maar 26 sec. te lang, dat geeft in meer dan 3 000 jaar pas 1 dag. Deze tijdrekening werd in de Kath. landen direct, in de meeste Prot. pas veel later ingevoerd. In sommige van de laatste werd ca. 1700 een andere verbeterde kalender ingevoerd, voor korten tijd. In Eng. veroorzaakte de invoering in 1752 bloedige onlusten. Rusland nam ze pas in 1918 aan, Roemenië in 1919. In de Grieksche Kerk wordt nog de Jul. tijdrekening gebruikt.