Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goodwill

betekenis & definitie

Goodwill - is het ontastbare vermogensdeel in de onderneming, hetwelk zijn waarde ontleent aan die van de algeheele organisatie der onderneming, boven de waarde der tastbare vermogensdeelen en de immaterieele vermogensdeelen, als bijv. concessies, patenten, auteursrechten e.d. Die organisatiewaarde is deels gevolg van het daarvoor uitgegeven kostenbedrag, bijv. de kosten van reclame, van bedrijfsvoering; deels van bijzondere techn. outillage of plaats van vestiging; deels van verkregen marktpositie; een bijz. factor vormt daarbij het persoonlijk element van leiding en medewerkers.

Te zamen geven die organisatiefactoren een bijz. winstkracht; die geschatte winstkracht is de waarde-basis. De g. is het eigendom van de onderneming en niet van den ondernemer, indien onderneming en ondernemer niet identiek zijn.

In normale gevallen komt de g. niet onder de activa der onderneming voor en vormt deze dus een bijzondere stille reserve; wordt de g. wel gewaardeerd, dan kan deze uitsluitend een kapitaal- of reserve-vergrooting teweegbrongen, echter geen winstverhooging. Opname in de balans vindt evenzeer plaats bij betaling van g.; het is raadzaam dit activum door geleidelijke afschrijving te doen verdwijnen.

De berekening van den g. is gebaseerd op een zuiver stellen van de winstfactoren, welke in de organisatie liggen en voorts afhankelijk van de grenzen, welke kooper en verkooper daaraan willen toekennen.Lit.: J. Koster, Goodwill. V. Ketel.