Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gelegenheidsgedicht

betekenis & definitie

Gelegenheidsgedicht - 1o Een gedicht, meestal lyrisch, vervaardigd naar aanleiding eener bijzondere gelegenheid, als priesterwijding, bruiloft, jubilé, of met een bijzonder doel: dank-, smeekgedicht. Doordat menig niet-dichter zich tot dit soort geroepen en in staat acht, en op menig goed dichter voor zulk een g. bij tij en ontij beroep gedaan wordt, vervolgens doordat het streven erbij is, zich nogal nauw aan de bezongen personen en concrete gevallen te houden, is de poëtische vlucht maar al te vaak ver te zoeken of wordt ze belemmerd.

2° Aldus wordt ook genoemd een lyrisch gedicht, spontaan ontsproten aan de inspiratie, die bij gelegenheid van een voor den dichter hevig gebeuren geboren werd. De dichter verneemt bijv. een droevig ongeval, dat treffende of verheven gedachten bij hem opwekt, die zich scharen tot een mooie conceptie: een gedicht ontstaat bij gelegenheid van dat bepaalde feit, maar vrij en hoog er boven uit zwevend. Goethe noemde dit soort g. de beste poëzie.

v. d. Eerenbeemt.

< >