Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geldtheorie

betekenis & definitie

Geldtheorie - Deze wordt geacht het antwoord te geven op de vragen: wat is de oorsprong van het geld en hoe ontstaat en verandert zijn waarde ? Ten aanzien van den oorsprong van het geld meenden de voorstanders der contractstheorie, dat geld het product is van een bewuste afspraak tusschen de menschen. De staatstheorie vertoont hiermede in zooverre gelijkenis, dat ook bij haar het geld op bewuste wijze, hier door het staatsgezag, ontstaan is.

De contractstheorie heeft geen aanhangers meer, sinds het inzicht baan brak, dat het geld een product is van de verkeersbehoeften en dus niet bewust gecreëerd, maar onbewust ontstaan is. De voorstanders dezer opvatting erkennen den invloed van het staatsgezag op het geld in zooverre, dat dit naar hun meening het geld vervolmaakt heeft.

Prof. dr. H.

Frijda, die geld definieert als dat deel van het individueel vermogen, tot welks normale bestemming de verschaffing eener abstracte beschikkingsmacht behoort, is van meening, dat deze feitelijke macht van het geld geschonken wordt door de gemeenschap, welke haar aan iedere zaak zal toekennen, waarvan zij verwacht, dat deze werkelijk een abstracte beschikkingsmacht verschaft. T.a.v. het ontstaan en de verandering van de waarde van het geld, → Geldswaarde.

Vgl. ook → Geld.Lit.: Fr. Hoffmann, Kritische Dogmengesch. der Geldwerttheorien; H. Döring, Die Geldwerttheorien seit Knapp ; prof. H. Frijda, De theorie van het geld en het Ned. geldwezen.

Vorstman.