Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Ganges

betekenis & definitie

Ganges - (Hindoestani Gangga), rivier in Britsch-Indië, op 79° 30' N. en 30° 30' O., als Bhagiradhi ontspringend in het centrum van den Himalaja; krijgt bij de samenvloeiing met de Alaknanda den naam van G., bereikt de vlakte en wordt bevaarbaar bij Hardwar, vereenigt zich met de Dzjoemnabij Allahabad, stroomt voorbij de steden Benares en Patna naar de prov. Bengalen, waar ze zich vereenigt met de Brahmapoetra.

De G. vormt aan zijn mond in de Golf van Bengalen de grootste delta der wereld. De Westel. mond is de Hoegli, waaraan Calcutta.

De lengte der rivier is 2400 km, het stroomgebied 32 maal de opp. van Ned. Nog op het eind van het Tertiair stroomde de G. naar het W., vereenigde zich met den Indus en liep in de Arab.

Zee uit. Een relict van de Ganges-Indusverbinding vormt de Saraswati, in de Wedalit. nog een groote rivier genoemd, nu zonder afvloeiing.

Voor beteekenis van den G. voor handel en verkeer en voor de Hindoes. ➝ Engelsch-Indië.Lit.: Jules Sion, L’Asie des Moussons (II Parijs 1929).

G. de Vries.

Voor de Hindoes is de Ganges een heilige rivier, in welker water men zich van zonden reinigt. Aan de oevers bevinden zich talrijke tirtha’s (plaatsen, waar men het water kan bereiken, heilige badplaatsen), waaronder die van Benares het hoogst in aanzien staan; millioenen lieden dompelen zich daar jaarlijks onder in het water van den heiligen stroom en nemen het water mee naar huis. De riviergodin, Gangga, speelt in de Hindoesche mythologie een niet onbelangrijke rol.

Berg.