Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Faculteit

betekenis & definitie

Faculteit - 1° onderdeel van de Universiteits inrichting, ➝ Universiteit. Het woord F. kan ook duiden op een onderdeel eener kerkelijke universiteit, waarover in C.I.C. can. 1376 wordt gehandeld.

2° In het Kerkelijk Recht beteekent F. een bepaalde bevoegdheid omtrent rechtsmacht, van den H. Stoel of van den bisschop ontvangen. Is deze bevoegdheid niet voor een bepaald geval gegeven, dan houdt zij niet op bij het ophouden der rechtsmacht van den gever, tenzij zij gegeven was met bijvoeging van een term, welke de faculteit tot dat oogenblik beperkt (can. 73); wel is zulks het geval, indien deze faculteit voor een bepaald geval was geschonken, terwijl men nog niet begonnen is van zijn bevoegdheid voor dat geval gebruik te maken (can. 61). Het schenken van een faculteit geeft meteen macht omtrent datgene, wat noodig is om de bevoegdheid te gebruiken (can. 66, 3).

Beijersbergen.

3° In de wiskunde. Is n een geheel getal, grooter dan nul, dan verstaat men onder n! (spreek uit: n-faculteit), het product van alle geheele getallen grooter dan nul en kleiner dan of gelijk aan n; bijv. 5! = 1x2x3x4x5 = 120. Een eindig of oneindig product, waarbij iedere factor volgens een bepaalde wet uit de voorgaande volgt, heet een analytische f., bijv. (1—q) (1—q2) (1—q3) .... (1—qn).

v. d. Corput.