Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Fabriek

betekenis & definitie

Fabriek - is in het algemeen die organisatievorm van de productie, welke staat eenerzijds tegenover den huisarbeid, anderzijds tegenover het handwerk. De fabrieksproductie houdt zich vnl. bezig met het verwerken van grondstoffen tot halffabricaten of gebruiksartikelen, niet met de voortbrengst van de natuurproducten of het ontsluiten van bodemschatten; in mijn, in landbouwonderneming, in plantages zijn geen fabrieken; wel echter kent men gasfabriek, meelfabriek, suikerfabriek.

De fabriek is een ontwikkelingsvorm der verschillende ambachten.Reeds in de 17e eeuw ontstonden fabrieken doordat men ter vervanging van den gebruikelijken huisarbeid vele arbeidskrachten samenbracht in één werkplaats of complex gebouwen. Het gebruik van ingewikkelde machines gaf toen nog niet den doorslag. Eerst de opkomende industrialisatie uit het begin der 19e eeuw gaf als meest pregnant kenmerk aan de fabrieken het algemeen gebruik van motorische kracht (stoom) en velerlei machines om de productie steeds verder te mechaniseeren en te standaardizeeren. De fabrieken moesten daardoor uiteraard ook weer grooter zijn en meer arbeiders in één bedrijf vereenigen. Zoo kan men nu als kenmerken van een fabriek noemen: een groot aantal arbeiders onder technische en commercieele leiding samenwerkend in één gebouw of gebouwencomplex en gebruikmakend van mechanische krachtbronnen en machines, tot het vervaardigen van halffabrikaten of gebruiksartikelen. De ontwikkeling der fabriek in den loop der eeuwen gaat parallel met den groei van het verlangen naar winst; en de fabriekmatige productie heeft de omvorming van een behoeftenbevredigings-economie in een winstbejag-economie mede in de hand gewerkt.

Lit.: Werner Sombart, Der moderne Kapitalismus (3 dln. ⁴1921—’28).

Bouwk. Bij een groote fabriek wordt het terrein bij voorkeur gezocht aan vaarwater of spoorlijn, waarbij er op gelet wordt, dat uitbreiding mogelijk is en dat de heerschende wind van de bebouwde omgeving is afgekeerd. Vsch. problemen, o.m. voor de meest doelmatige rangschikking van de vsch. ruimten, van huisvesting van de arbeiders (arbeiderswoning), van de zuivering van het afvalwater enz., moeten worden opgelost.

Thunnissen.