Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

F (Letter)

betekenis & definitie

F (Letter), - zesde letter van het alphabet, ontstaan uit de Grieksche digamma. In de spelling der moderne talen stelt zij algemeen de stemlooze labio-dentale fricatief voor.

De Romeinen gebruikten deze letter als afkorting voor: Fabius. Verder voor feriae, feestdagen; filius: zoon;functus, begraven. In combinatie met andere letters heeft de F. meestal de beteekenis van facere, maken; zoo beteekent bijv. F.C. faciendum of facere curavit, hij liet maken. F of f in Rom. inscripties enz. = (Lat.) filius, zoon; F als cijferteeken bij de Rom. = 40; met bovenliggend streepje , = 40 000; F. in physica = ➝ Fahrenheit (eenheid van temp. vlg. Fahrenheit) en ➝ Farad (eenheid van capaciteit); F (ook Fl) in scheikunde = Fluoor (Lat. fluorium), een element; f. bij onderschriften van etsen en kopergravures = (Lat.) fecit, heeft gemaakt; f. in de spraakkunst=(Lat.) femininum, vrouwelijk ;f. op recepten = (Lat.) fiat of fiant, men make, men bereide eruit; f. in uurwerken =(Eng .)fast, snel; f. of fl.als afk. voor een munteenheid = florin, gulden; fa. = firma; f.o.b. of ➝ fob, in den handel = (Eng.) free on board, franco boot; fol. = folio; f°. r°. = (Lat.) folio . . recto, blz. . . voorzijde; f°. v°. = (Lat.) folio . . verso, blz. . . keerzijde; fr. voor namen = (Lat.) frater of broeder, gebruikt voor leden of novicen van mannelijke kloosterorden; fr. in den handel = franco; fr. als afk. voor een munteenheid = frank.