Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Empirische psychologie

betekenis & definitie

de wetenschap, die zich tot doel stelt de psychische verschijnselen en verrichtingen, zooals deze bij mensch en dier voorkomen, te bestudeeren volgens natuurwetenschappelijk standpunt. Voorwerp van onderzoek zijn alle verschijnselen, die men in modernen zin psychisch noemt: waarnemen, begrijpen, twijfelen, voelen, begeeren, willen, besluiten, zooals zij zich inwendig in het bewustzijn voordoen en zich uiten door bewegingen.

Zij beschrijft en ordent deze werkingen (→ Beschrijvende psychologie) en tracht ze te verklaren door haar werkelijkheid aan te toonen en deze door hypothesen en theorieën begrijpelijk te maken (→ Verklarende psychologie). Doordat zij zich enkel bepaalt tot datgene, wat de zinnelijke ervaring (Gr. empeiria = ervaring) leert, onderscheidt zij zich van de philosophische, metaphysische, rationeele of speculatieve psychologie, die de laatste verklaringsgronden van het psychische opspoort: de ziel, haar zelfstandigheid, haar betrekking tot het lichaam e.d.

Haar methode is subjectief, bestaande in zelfwaarneming of introspectie, en objectief, waarbij men het uitwendig gedrag van een proefpersoon observeert. Wanneer deze waarnemingen systematisch worden doorgevoerd, dan heeft men het psychologisch → experiment.

Vandaar wordt de moderne empirische psychologie dikwijls met de experimenteele psych. vereenzelvigd.De e. p. is even oud als de psych. wetenschap in het algemeen; voor Aristoteles, S. Augustinus en de Scholastieken was zij de grondslag voor hun speculaties. Sinds de Engelsche empiristen en de Fransche sensualisten heeft zij zich geleidelijk van de wijsbegeerte trachten los te maken, wat overigens slecht gelukt is. Sedert de helft der 19e eeuw nam zij de experimenteele methoden der physiologie over en aldus ontstond de experimenteele psychologie in strikten zin. In 1878 stichtte Wundt te Leipzig het eerste psych. laboratorium, dat dra door vele andere in Europa en Amerika gevolgd werd; in Nederland te Utrecht, Amsterdam, Groningen, Nijmegen; de voornaamste Katholiek georiënteerde zijn Leuven, Milaan, Washington.

Al naar het verschil in methode of wijsgeerige basis onderscheidt men meerdere richtingen, zooals → akt-, associatie-psychologie, → behaviorisme, → eidetiek, → Gestaltpsychologie enz.; volgens de subjecten, die onderzocht worden, zijn verschillende takken ontstaan: psych. van den normalen, volwassen mensch, dier-, kinder-, volkerenpsych.; psych., toegepast op de opvoeding, de reclame, beroepskeuze enz. Op psychologische en aanverwante gebieden beschikt men over een honderdtal tijdschriften; op geregelde tijden worden internationale congressen gehouden.

v. d. Veldt.