Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Eligius

betekenis & definitie

(Fr.: Eloi), Heilige, Belijder, bisschop van Noyon en geloofsverkondiger in de Ned.; * 588 te Chatelac bij Limoges (Fr.), ✝ 660. Als beroemd goudsmid kwam hij in den dienst van de Merovingische koningen en stond in hoog aanzien bij Dagobert I.

Hij werd de vertrouweling van den koning, die hem diplomatieke zendingen toevertrouwde. Hij verliet de wereld en werd om zijn naastenliefde en strengen levenswandel tot bisschop van Noyon gezalfd (639).

Hij verkondigde het geloof in Vlaanderen voornamelijk in de streken van Gent en Kortrijk. Feest 1 December.

Patroon van de goudsmeden en over het algemeen van de ambachtslieden, die den hamer als werktuig gebruiken. → Eligiusbroodjes.Lit.: P. Parsey, S. Eloi, Collection „Les Saints” (Parijs 1907). De Schaepdrijver Voorst. in de kunst. Als patroon der hoefsmeden heeft E. als attributen: hamer, vuurtang of een paardepoot met hoefijzer; als patroon der goudsmeden een weegschaaltje. Bekend in dit verband is de voorstelling van Petras Christus: E., aan een bruidspaar de ringen verkoopend. Als bisschop (te Stubekobing met een schootsvel voor) heeft hij km is, boek en staf. Zijn leven is in zes ramen van de kathedraal van Angers uitgebeeld. Heijer