Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Einden

betekenis & definitie

stad in het Pruisisch regeeringsdistrict Aurich, provincie Hannover. Ca. 34 000 inw., meerendeels Prot., ruim 5% Kath.

Grootste stad van O. Friesland, gelegen op 4 km van de Dollart en van de Eemsmonding, waarmee de stad door een 10 m diepe vaargeul (Auszen-, Binnen- en Alter Hafen) verbonden is, aan de monding van het Dortmund-Eemskanaal, dat door een zijtak verbonden is met het Eems-Jadekanaal naar Wilhelmshaven; uitgangspunt van belangrijke transatlantische kabels.

De bijna cirkelvormige binnenstad is in het N.W., N. en O. nog door oude vestingwerken omgeven.De stad toont in haar uiterlijk nog den invloed van de Nederlandsche cultuur (binnengrachten, trapgevelhuizen in Ned. Renaissance). Het stadhuis is in 1676 in Renaissancestijl gebouwd naar het model van dat van Antwerpen. De Gotische Groote Kerk (Herv.), gedeeltelijk uit de 12e eeuw, werd in het midden der 15e eeuw vergroot. Bezienswaardig zijn verder de Gotische gasthuiskerk van een vroeger Franciscanenklooster, en verschillende musea.

E. is een echte havenstad, de derde van Duitschland, die haar beteekenis naast haar gunstige ligging voornamelijk dankt aan het Dortmund-Eemskanaal, waardoor E. de Duitsche Rijnhaven werd aan de Noordzee. De handel omvat voornamelijk kolen (Ruhr), erts (Zweden), graan, hout en visch. In 1931 werden 1982 schepen ingeklaard met een gezamenlijke lading van 981 590 ton, en 1 945 schepen uitgeklaard met een lading van 1 631 341 ton. De havens hebben een diepte van 3,8—11,5 m en beslaan een oppervlakte van 168 ha. Talrijke reederijen, vischconservenfabrieken, hoogovens. Uit het polderland betrekt de stad prachtig vee (runderen, varkens, schapen).

Lips.