Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doorvoer

betekenis & definitie

(Nederland). Hieronder wordt verstaan: elke beweging van de eene buitenlandsche plaats naar een andere buitenlandsche plaats over Nederlandsch grondgebied.

Doorvoerrechten worden in Nederland niet geheven; voor doorvoergoederen is evenmin → statistiekrecht verschuldigd (desniettemin wordt een statistiek van den doorvoer opgemaakt). In verband met de mogelijkheid, dat van den doorvoer van daarvoor aangegeven goederen wordt afgezien, moet de doorvoerbeweging ambtelijk worden geconstateerd.

Daartoe dienen de doorvoergoederen vergezeld te zijn van bepaalde documenten, bijv. een transitopaspoort, een doorvoerlijst, een manifest. In de meeste gevallen moet ook zekerheid gesteld worden.

Een en ander is geregeld in hoofdstuk X van de Algemeene wet op den in-, uit- en doorvoer van 26 Aug. 1822, Stbl. nr. 38, en in de hoofdstukken IV en V van het K.B. van 26 Maart 1872, Stbl. nr. 19. Zie verder → Invoer.L i t.: mr. J. v. d. Poel, Wetgeving op den In-, Uit- en Doorvoer en de Accijnzen in het algemeen (1928, 5e hfst.). M. Smeets.

In België moet voor de goederen, waarover de doorvoerder tijdens de doorvoerbeweging kan beschikken, een waarborg gestort worden. Voor deze storting ontvangt hij een doorvoerkwijting. Na vaststelling van den wederuitvoer wordt de waarborg teruggeschonken.

L i t.: Wet 6 Aug. 1849, gewijzigd door de wetten van 3 Maart 1851 en 1 Mei 1858 ; Gustave Neven, Traité des Douanes et Accises (1933, Hoofdstuk V, Sectie 3). Rondou.