Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doornenkroon

betekenis & definitie

Drie Evangelisten verhalen ons, dat de Romeinsche soldaten, na de geeseling, Christus in hun wachtlokaal bespotten, een kroon van doornen vlochten en Hem die op het hoofd drukten. Er worden tal van relikwieën van de doornenkroon vereerd.

In Parijs is het een echte krans, uit rietstengels gevlochten, zonder doornen. In Konstantinopel bewaarde men doornen en die vindt men ook in verschillende andere kerken. (Het schijnt dat men later ook nieuwe doornen aan de oorspronkelijke heeft aangestreken en dan als relikwie heeft beschouwd.) De kroon was naar Konstantinopel overgebracht en werd in 1239 door den H.

Lodewijk aangeworven, die haar liet bewaren in de Sainte Chapelle, waaruit de d. later werd overgebracht naar de Notre-Dame. Het is zeer wel mogelijk, dat die krans zonder doornen echt is en evenzeer de doornen van diverse struiken, die men elders vereert.

Men moet het zich dan aldus voorstellen: taaie doorntwijgen laten zich niet licht vlechten. De soldaten kunnen nu eerst een krans van riet hebben gevlochten en vervolgens allerlei doornen van het aanwezige brandhout daar ingestoken hebben, zoodat ten slotte de krans een soort hoed werd, die het geheele hoofd van den Lijder bedekte.

Vóór de kruisiging trokken de soldaten het onderkleed van Jesus’ Lichaam. Ze dobbelden om het bezit, daar het een mooi geweven kleed was zonder naad.

Dus hebben zij het wel niet stukgescheurd. Maar dan moet men wel aannemen, dat zij eerst de d. hebben afgenomen, omdat anders het onderkleed bezwaarlijk over het hoofd kon worden getrokken.

Of men dan daarna opnieuw de d. heeft opgezet is natuurlijk niet uit te maken, maar zoo is het dan onzeker of Christus aan het kruis de d. gedragen heeft.De d. wordt in de kunst op verschillende wijzen, maar meestal als krans, voorgesteld op Ecce Homo’s, kruisbeelden en kruiswegstaties, zoo ook als krans op een sarcophaag uit de 6e eeuw, maar op de oudste voorstelling in de catacombe van Praetextatus is geheel het Hoofd met doornen bedekt.

L i t.: Dict. d’Archéol. chrét. et de Liturg. (VII, 1155—1157); Lex. f. Theol. u. Kirche (III 1931, 423 vlg-).

In de kunst ziet men op tafereelen, die de Doornenkroning van Jesus voorstellen, hoe Hem die kroon wordt opgezet: Jesus, geboeid, zit op of leunt tegen de geeselkolom, terwijl soldaten met stokken de kroon op het hoofd vastslaan. In den tijd van Hiëronymus Bosch wist men in het gelaat van den Christus, die gekroond wordt, een ontroerende smart te leggen.

In de kerkelijke bouwkunst verstaat men onder doornenkroon een krans van straalkapellen rond het hoogaltaar, dat het hoofd van den Gekruiste symboliseert. Franses /Heyer.