Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doedelzak

betekenis & definitie

Doedelzak is een zeer oud volksmuziekinstrument, dat nog heden in eenige Schotsche regimenten het officieele speeltuig is (bagpipe) en ook in midden-Frankrijk (musette of cornemuse), in Bretagne (biniou) en in Italië (comamusa, piva of zampogna) nog bespeeld wordt bij voorkeur door herders. De d., reeds bij de Oude Hebreeuwen en in Oud-Griekenland bekend, raakte in de middeleeuwen over heel Europa verspreid.

Het instrument bestaat uit een blaas of lederen luchtzak, waaraan meerdere pijpen bevestigd zijn, die, wanneer de lucht met den arm uitgeperst wordt, een schalmeiachtigen klank voortbrengen. De lucht wordt toegevoerd door een balgje, onder den arm gehouden, of wordt door den bespeler langs een buisje in den windzak geblazen.

Een of meer pijpen, voorzien van toongaatjes, dienen voor de melodie, terwijl de andere een vasten toon geven, te zamen een bourdon vormend van tonica en dominant. Sommige kleinere d. bezitten slechts één meeklinkende pijp. de Klerk Ludwig Doederlein Duitsch Klassiek philoloog; * 1791 te Jena, ✝ 1863 te Erlangen, waar hij prof. en rector van het gymnasium was.

Zijn werken over synoniemen en etymologie en zijn uitgaven van klassieke auteurs toonen groote belezenheid, maar zijn, door gebrek aan streng wetenschappelijke methode en neiging tot al te subtiele onderscheidingen, niet van blijvende waarde. Zr. Agnes Hendrik Doeff → Desima.